Factsheet

Sociaal economische Gezondheidsverschillen (SEGV)

Sociaal economische gezondheidsverschillen (SEGV) zijn systematische verschillen in gezondheid en levensverwachting, afhankelijk van iemands positie in de maatschappij, veelal uitgedrukt in sociaal economische status (SES). Sociaal economische status wordt bepaald op basis van opleiding, inkomen en positie op de arbeidsmarkt. SEGV zijn over de hele wereld aangetoond. In Nederland leven mensen met basisonderwijs of vmbo gemiddeld 4 jaar korter dan mensen met hbo of een universitaire opleiding. En zelfs 15 jaar in minder goed ervaren gezondheid. Naast opleiding zijn ook inkomen en positie op de arbeidsmarkt belangrijke algemene indicatoren voor de sociaal economische status, en daarmee voor gezondheid. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de gezonde levensverwachting. Ook het hebben van bijvoorbeeld een bijstandsuitkering of schulden hangt samen met slechtere gezondheid.

Sociaal economische status en gezondheid

Dit verband tussen sociaaleconomische status en (gezonde) levensverwachting vertoont een sterk verloop. Met elk stapje hoger op de maatschappelijke ladder, wordt de kans op een goede gezondheid groter. Daarbij is er een sterke wisselwerking tussen sociaal economische status en gezondheid. Mensen met een goede gezondheid zijn beter in staat om gunstigere posities op de maatschappelijke ladder te krijgen en behouden. Hebben zij eenmaal een gunstige positie, dan hebben zij ook meer kans gezond te blijven.

Onderliggende oorzaken gezondheidsverschillen

Gezondheid wordt bepaald door een combinatie van persoonlijke kenmerken en omstandigheden waarin mensen geboren worden, opgroeien, wonen en werken. Dit worden de sociale determinanten van gezondheid genoemd. Veel van deze sociale determinanten hangen samen met sociaaleconomische status en liggen vaak buiten het gezondheidsdomein. Denk aan ongunstige woon- en werkomstandigheden, ongezondere leefstijl, laaggeletterdheid, armoede en schulden. Daarbij is roken is een belangrijke leefstijlfactor waar nog een hoop gezondheidswinst te behalen valt op het gebied van gezondheidsverschillen.

Chronische stress

Ook ervaren lager opgeleiden meer chronische stress als gevolg van sociale of financiële problemen, zoals werkloosheid en langdurig leven in armoede. Chronische stress vergroot de kans op hart- en vaatziekten, diabetes en depressie en heeft een ongunstig effect op leefstijl. Daarnaast beïnvloedt chronische stress de cognitieve vermogens en vaardigheden om met problemen om te gaan.

Bij inwoners met een migrantenachtergrond spelen ook andere risicofactoren voor een slechtere gezondheid een rol, zoals:

  • de migratiegeschiedenis;
  • een andere beleving van ziekte;
  • andere verwachtingen van de zorg;
  • voorzieningen die niet aansluiten of minder toegankelijk zijn, en;
  • ook (ervaren) discriminatie hangt samen met een slechtere gezondheid.

Feiten en cijfers gezondheidsverschillen

Levensverwachting

  • Mensen met een laag inkomen en een lage opleiding (basisonderwijs + vmbo) leven 15 jaar minder in goede gezondheid dan mensen met een hbo- of universitaire opleiding en een hoog inkomen.
  • Mannen met de allerhoogste welvaart (alleen inkomen en vermogen) leven gemiddeld 25 jaar langer in goede gezondheid dan de minst welvarende mannen. Voor vrouwen verschilt dit 23 jaar.
  • Mannen met een lage opleiding leven ± 5,8 jaar korter. Bij vrouwen is dat ± 4,3 jaar.
  • Mannen met een laag inkomen leven ± 8,2 jaar korter. Bij vrouwen is dat ± 6,7 jaar.

Aandoeningen en chronische ziekten

  • Diabetes komt voor bij 14.2% van de mensen met alleen basisonderwijs, terwijl dit slechts 2.5% is bij de mensen met een hbo- of wo-opleiding.
  • Acuut myocardinfarct (hartinfarct) komt veel vaker voor onder mensen met een lage SES dan onder mensen met een hoge SES. Tussen 1998 en 2007 is daarnaast de afname van de incidentie en van de sterfte aan een myocardinfarct onder de lage-SES-groep veel kleiner dan onder de hoge-SES-groep.
  • Mensen met basisonderwijs en vmbo hebben 2 tot 3 keer vaker COPD dan mensen met een opleiding hbo of universiteit.
  • 21% van de mensen met een lage sociaaleconomische status lijdt aan chronische stress, angst of depressie, vergeleken met 9% van de mensen met een hoge SES.
  • Bij zowel mannen als vrouwen hebben laagopgeleiden relatief vaker obesitas (ernstig overgewicht) dan hoogopgeleiden. Zo heeft 27,8% van de 45- tot 65-jarige laagopgeleide vrouwen obesitas en 10,7% van de hoogopgeleide vrouwen in dezelfde leeftijdscategorie.
  • De perinatale sterfte (sterfte rond de geboorte) ligt hoger in achterstandswijken in vergelijking met andere wijken.

Risico’s bij gezondheidsverschillen

  • Van mannen met basisonderwijs / vmbo tussen de 25-45 jaar rookt 52% tegenover 22% van de mannen met hbo of universiteit in die leeftijd.
  • Van vrouwen met basisonderwijs / vmbo rookt 16% tijdens de zwangerschap door, dit geldt voor 3% van de vrouwen met hbo of universiteit.
  • Mensen in de laagste inkomensgroep hebben ruim 3 keer zo vaak te maken met psychische klachten als mensen in de hoogste inkomensgroep (22,0% vs. 6,6%).
  • Mensen met schulden hebben vaker psychische problemen, rapporteren meer lage rugklachten en hebben vaker overgewicht of obesitas.
  • Van alle mensen met een minder goed ervaren gezondheid heeft 46% geen betaald werk.
  • Ongeveer 14% van de kinderen (bijna 25.000 per jaar) heeft geen goede start bij de geboorte door vroeggeboorte, een te laag geboortegewicht of een combinatie daarvan.
  • Bijna 7% van alle minderjarige kinderen in Nederland leeft in een bijstandsgezin.
  • 59% van de mensen die zich sociaal uitgesloten voelen in de grote steden heeft 2 of meer chronische aandoeningen.
  • Ongeveer 1/3 (29 tot 36%) van de volwassen Nederlanders is onvoldoende of beperkt gezondheidsvaardig.
  • 2,5 miljoen mensen in Nederland zijn laaggeletterd. Zij hebben moeite met lezen, schrijven en rekenen. Laaggeletterdheid hangt samen met een slechtere gezondheid.

Duurzame aanpak gezondheidsverschillen

De oorzaken van gezondheidsverschillen zijn complex, liggen op meerdere domeinen en zijn nauw met elkaar verbonden. Het positief beïnvloeden van gezondheid ligt daarmee maar voor een klein deel in het volksgezondheidsdomein en grotendeels in andere beleidsdomeinen. Zoals armoedebeleid, onderwijs, huisvesting, werk en inkomen en ruimtelijke ordening. De aanpak van gezondheidsverschillen vraagt daarom om een brede aanpak. Waarbij gezondheid en gezond gedrag in samenhang worden bekeken, met de factoren die hierop van invloed zijn. Zoals leefsituatie, armoede, schulden en participatie in brede zin.

Programma’s Pharos

Via verschillende programma’s en thema’s werkt Pharos aan het duurzaam aanpakken van gezondheidsverschillen.

Bronnen en referenties

Onderzoeken en links

  1. Centraal Bureau voor de Statistiek. Gezonde levensverwachting; onderwijsniveau. Statline 2017.
    * Het CBS heeft in 2017 de methode herzien voor levensverwachting naar opleidingsniveaus. O.a. wordt nu gewerkt met drie opleidingsniveaus in plaats van vijf. Het laagste opleidingsniveau bestaat nu uit iedereen zonder startkwalificatie. Dat was eerst alleen basisonderwijs. Door de nieuwe indeling zijn de huidig gerapporteerde verschillen in levensverwachting kleiner dan in de jaren daarvoor.
  2. Van der Veer, M. & N. Jungmann. De impact van financiële problemen op gezondheid. En wat de zorgprofessional te doen staat. Artikel Platform 31 relatie schulden en gezondheid – versie voor Gezond in, 2016.
  3. Marmot M. Social determinants of health inequalities. The Lancet 2005;365:1099–104
  4. Dahlgren G, Whitehead M. Policies and strategies to promote social equity in health. Stockholm:Institute for Future Studies. 1991.
  5. Pykkönen AJ, Räikkönen K, et al. Stressful life events and the metabolic syndrome. Diabetes Care. 2010; 1;33(2):378-384
  6. Agyemang C, Goosen S, et al. Relationship between post-traumatic stress disorder and diabetes among 105,180 asylum seekers in the Netherlands. Eur J Public Health 2012;22(5):658-662
  7. Starcke K, Brand M. Decision making under stress: a selective review. Neuroscience & Biobehavioral Reviews. 2012;36(4):1228-1248.
  8. Mullainathan S & Shafir S. Hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen. Maven Publishing. 2013.
  9. Ikram U. Social determinants of ethnic minority health in Europe. PhD-thesis, Amsterdam:AMC-UvA. 2016
  10. M. van den Muijsenbergh en E. Oosterberg, Zorg voor migranten, laaggeletterden en sociaal kwetsbaren in de huisartsenpraktijk. Hoofdstuk 11.1 NHG/Pharos Utrecht 2016
  11. Centraal Bureau voor de Statistiek. Gezondheid en zorggebruik: diabetes naar onderwijsniveau. Statline 2018.
  12. Boerdam A., Knoops, K. 2016. Bevolkingstrends: Astma en COPD in beeld. Centraal Bureau voor de Statistiek.
  13. Koopman, Carla, et al. “Population trends and inequalities in incidence and short-term outcome of acute myocardial infarction between 1998 and 2007.” International journal of cardiology 168.2 (2013): 993-998.
  14. Centraal Bureau voor de Statistiek. Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken. Psychisch ongezond, 12 jaar en ouder. Statline 2018.
  15. Volksgezondheid en zorg. Cijfers van Centraal Bureau voor de Statistiek (2017).
  16. Anita C.J. Ravelli, Eric A.P. Steegers, Greta C. Rijninks-van Driel, Ameen Abu-Hanna, Martine Eskes, Arnoud P. Verhoeff, Simone E. Buitendijk, Karien Stronks en Joris A.M. van der Post. Perinatale sterfteverschillen in Amsterdam. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2011;155:A3130.
  17. Centraal Bureau voor de Statistiek. Leefstijl en preventie; geslacht, leefstijl, persoonskenmerken: rookstatus. Statline 2018.
  18. Scheffers-van Schayck, W. den Hollander, E. van Belzen, K. Monshouwer, M. Tuithof. Monitor Middelengebruik en Zwangerschap 2018. Middelengebruik van vrouwen en hun partners vóór, tijdens en na de zwangerschap. Trimbos-instituut, 2019.
  19. CBS Statline Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken (inkomen en psychische gezondheid).
  20. Harbers, M.M., Hoeymans, N., 2013. Gezondheid en maatschappelijke participatie: Themaraport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014. Bilthoven: RIVM.
  21. Waelput, A. J., Sijpkens, M. K., Lagendijk, J., van Minde, M. R., Raat, H., Ernst-Smelt, H. E., … & Steegers, E. A. (2017). Geographical differences in perinatal health and child welfare in the Netherlands: rationale for the healthy pregnancy 4 all-2 program. BMC pregnancy and childbirth, 17(1), 254.
  22. Jaarrapport Landelijke Jeugdmonitor 2018. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen/Bonaire, 2018.
  23. Van Bergen, A., van Loon, A., Ballering, C., Carlier, B., Aangeenbrug, M, 2014. Sociaal uitgesloten in de grote stad. Utrecht: academische werkplaats G4-USER, gemeente Utrecht.
  24. Heijmans M, Brabers A, et al. Health literacy in Nederland. Utrecht: NIVEL, 2018.
  25. Greef M. de, Segers M., Nijhuis J. (2016). Feiten & cijfers geletterdheid 2016; overzicht van de gevolgen van laaggeletterdheid en de opbrengsten van investeringen voor de samenleving en individu. Stichting Lezen & Schrijven i.s.m. Universiteit Maastricht.

De negen principes voor een succesvolle strategie

De negen principes voor een succesvolle strategie

In de publicatie Gezondheidsverschillen duurzaam aanpakken. De negen principes voor een succesvolle strategie staat een uitgebreide beschrijving van de belangrijkste principes die als leidraad dienen bij de aanpak van gezondheidsverschillen. Deze zijn onderbouwd met kennis uit praktijk en wetenschap.

Naar boven