
Infosheet
Preventie en zorg chronische aandoeningen – psychische gezondheid en depressie
- Naar verwachting zal in 2030 depressie wereldwijd tot de top 3 van aandoeningen met de grootste ziektelast behoren (Mathers en Loncar, 2006). In Nederland stond depressie in 2010 op nummer 4 van de lijst met ziektelastveroorzakers (Hoeymans et al., 2010).
- Tot de risicofactoren behoren onder andere een lage sociaal economische status: laagopgeleid zijn, laag inkomen en geen werk hebben (Trimbos).
- Ook in buitenlandse onderzoeken legt men verbanden tussen laagopgeleid zijn, of laaggeletterdheid en depressie. Zo melden Hartley en Horne (2005) vier studies waarin een statistisch significante relatie bleek tussen laaggeletterdheid en een hogere prevalentie (het vaker voorkomen) van depressie bij verschillende doelgroepen.
Cijfers laaggeletterdheid
- 2,5 miljoen mensen in Nederland zijn laaggeletterd. Zij hebben moeite met lezen, schrijven en rekenen.
- 29% van de Nederlandse bevolking heeft (zeer veel) moeite met het vinden, begrijpen en toepassen van informatie in de zorg. (Sörensen, 2011).
Laagopgeleiden en depressie
- Mensen met een lage opleiding voelen zich vaker psychisch niet gezond (21%) in vergelijking met hoger opgeleiden (9%) (CBS, 2016).
- Inwoners uit de vier grote steden zonder betaalde baan, gebruiken zeven keer zo vaak medicatie voor angst, depressie, spanning of stress als inwoners met een betaalde baan (G4 Gezondheidsenquête 2009).
- Lager opgeleide mensen ervaren veel vaker stress als gevolg van gebeurtenissen als echtscheiding, ziekte, slechte werkomstandigheden of financiële problemen.
- Onder laagopgeleiden komt meer ((zeer) ernstige) eenzaamheid voor dan onder hoogopgeleiden. Meer dan de helft van de laagopgeleide mensen boven de 19 jaar voelt zich eenzaam, tegenover 32% van de hoogopgeleide mensen. Eenzaamheid kan leiden tot depressie.
Laag inkomen in relatie tot depressie
- Mensen met een tekort aan financiële middelen voelen zich vaker sociaal of emotioneel eenzaam. Dit geldt zowel voor de oudere (60-79 jaar) als voor de jongere (18-59 jaar) leeftijdsgroepen.
- Mensen met een laag inkomen hebben vaker een depressie dan mensen met een hoog inkomen.
- Werklozen hebben vaker last van een depressie (18,2%) dan werkende mensen, studenten, huismannen en -vrouwen en gepensioneerden (tussen de 5 en 6%).
- Van de mensen met problematische schulden heeft 53% last van gezondheidsproblemen, stress, slapeloosheid en/of bevindt zich in een depressie.
Migranten en depressie
- Depressie lijkt vaker voor te komen bij volwassenen (18-65 jaar) van Marokkaanse en Turkse afkomst dan bij volwassenen van Nederlandse afkomst.
- Ook bij oudere Marokkanen en Turken (65+) komen depressieve gevoelens vaker voor. Het vaker voorkomen van depressie bij Turken en Marokkanen is gedeeltelijk te verklaren door verschillen in sociaal economische status. Maar mogelijk speelt ook de immigratie zelf een rol.
- (Ernstige) eenzaamheid komt meer voor onder niet-westers migranten (60%) dan onder westerse migranten (45%) en autochtone Nederlanders (35%).
Bron: Volksgezondheidenzorg.nl
Bovenstaande feiten komen bijna allemaal van deze website.
Hulpverlening
Bij psychische problematiek werken huisartsen vaak samen met de praktijkondersteuner huisarts (POH-GGZ). De POH-GGZ ondersteunt de huisarts bij de begeleiding en behandeling van patiënten met psychische, psychosociale of psychosomatische problematiek.
In de gemeente zijn diverse andere organisaties betrokken bij de preventie van psychische problemen, zoals de:
- GGD;
- JGZ;
- wijkteams;
- CJG;
- welzijnsorganisaties;
- thuiszorg;
- scholen.
Het is belangrijk dat de verschillende organisaties elkaar kennen en op de hoogte zijn van elkaars aanbod. Het kan bijvoorbeeld heel goed werken als de POH-GGZ regelmatig contact heeft met een buurt- of wijkteam.
Meer informatie
Preventie en zorg chronische aandoeningen
Preventie: 16 handvatten en succesfactoren voor effectief beleid
Meer weten over preventie, en de middelen die je als professional hierbij kunt inzetten? Lees meer over Preventie: 16 handvatten en succesfactoren voor effectief beleid.