Prenatale huisbezoeken van GGD IJsselland in Deventer al jaren een succes

‘Ik denk mee, maar de ouders hebben zelf de regie’

Jorien Hoekman, jeugdverpleegkundige

Deze zomer wordt het prenataal huisbezoek aan zwangere vrouwen die zich in een kwetsbare positie bevinden een wettelijke verplichting voor gemeenten. De Gemeente Deventer biedt deze vorm van ondersteuning al een aantal jaren aan, met de GGD IJsselland als uitvoerende partij. Jeugdverpleegkundige Jorien Hoekman en teammanager Maaike Veenbergen vertellen over de succesvolle aanpak die voortkwam uit het project Vroeg Erbij.

Jorien Hoekman laat aan de hand van een voorbeeld zien hoe het preventief huisbezoek kwetsbare vrouwen hielp. Nog altijd staat het geval van een jonge alleenstaande moeder die leed aan schildklierkanker op haar netvlies. Zij was zwanger geraakt terwijl haar partner nog in Turkije woonde. Deze jonge vrouw was erg onzeker, had een klein sociaal netwerk en woonde in een slaapkamer met eenpersoonsbed. Bij het prenataal huisbezoek besprak Hoekman de problemen en de wensen van de moeder.  “Er waren heel veel vragen over de bevalling en de opvoeding van het kind.” De jonge moeder had behoefte aan een grotere woning en wilde graag dat haar partner naar Nederland kwam.

De weg wijzen

Hoekman is jeugdverpleegkundige bij GGD IJsselland, locatie Deventer. Zij legt de prenatale huisbezoeken af. “Ik schat tijdens het bezoek samen met de ouder(s) de situatie in. We bepalen met elkaar wat de ouders zelf kunnen en waar ze ondersteuning bij nodig hebben. Ouders weten de weg vaak niet. Ik ken de sociale kaart en weet waar we voor begeleiding moeten aankloppen.” De ouders blijven in de werkwijze van Hoekman zoveel mogelijk zelf aan zet. “Wij zoeken samen naar wat hun mogelijkheden zijn. Ik denk mee, maar de ouders hebben zelf de regie. Meestal staan ouders open voor deze vorm van begeleiding. Dat ik hun situatie leer kennen en zij mij leren kennen, helpt. Want de jeugdverpleegkundige die het prenataal huisbezoek aflegt, begeleidt de ouders ook na de geboorte.”

“Met de jonge alleenstaande moeder hebben we vervolgens een gesprek met het sociaal wijkteam gehad. Ik heb met de moeder de nodige aanvragen ingevuld,” vertelt Hoekman verder. “We hebben ook een plan gemaakt voor de opvang, mocht ze vanwege jodiumbehandeling van de schildklierkanker in het ziekenhuis opgenomen worden.” Hoekman is drie keer bij de vrouw op bezoek geweest. “Ik zag haar groeien en steeds meer uitstralen dat ze het wel aankon. Na het derde gesprek had ik de indruk dat het goed met haar zou gaan.” Na de bevalling zag ik een zelfverzekerde moeder met haar man, en ze kregen een grotere woning. Toen haar kindje 9 maanden was, ging ze verhuizen. Ik heb haar toen goed los kunnen laten.”

Preventie op netvlies

Op 1 juli 2022 treedt de wet ‘Prenataal huisbezoek door de JGZ’ in werking. Met de wijziging worden gemeenten verplicht een prenataal huisbezoek aan zwangeren en/of gezinnen in een kwetsbare situatie aan te bieden. De wet is erop gericht om in een vroegtijdig stadium aan zwangere vrouwen en/of gezinnen in een kwetsbare situatie de juiste hulp en ondersteuning te bieden.

De gemeente Deventer werkt al sinds 2015 met de aanpak van Kansrijke Start. ‘Wij bevinden ons in een bevoorrechte positie”, erkent Maaike Veenbergen, teammanager Jeugdgezondheidszorg Deventer, Olst-Wijhe & Raalte, als ze vertelt over het project Kansrijke Start. “De gemeente heeft preventie op het netvlies staan. Bovendien hebben we hier een integrale geboortezorgorganisatie (IGO), waarbij verloskundigen, kraamzorg en jeugdgezondheidszorg samenwerken. Ons doel is om problemen op te pakken als ze nog klein zijn, en om deze te normaliseren voordat ze escaleren.”

Al vanaf 2015 loopt in Deventer het project Vroeg Erbij. “Vroeg Erbij is gericht op een optimale start voor ieder kind en gezin door vroegsignalering en samenwerking van verloskundigen, kraamverzorgenden en jeugdverpleegkundigen. Daarvoor krijgen alle zwangere vrouwen vanaf een zwangerschap van 12 weken dezelfde geboortezorg aangeboden.  De eerste stap is een centrale intake bij de verloskundige”, vertelt Veenbergen. ”De verloskundige neemt deze intake met de gynaecoloog door, waarbij ze vooral kijken of er mogelijk sprake is van ongunstige opgroeiomstandigheden.”

Na 17 weken zwangerschap vult de moeder met haar eventuele partner de ALPHA-NL-vragenlijst in. “Daarbij wordt aan de aanstaande ouders gevraagd om naar hun eigen opvoedomstandigheden te kijken. Het gaat dan over de materiële omstandigheden, gezondheidssituatie en eventuele aanwezigheid van psychosociale problemen. Deze zelfrapportage is een aanleiding voor een gesprek met de verloskundige. Aan de hand van de uitkomst van dit gesprek kunnen ouders en de verloskundige samen beslissen dat een prenataal huisbezoek wenselijk is. Is dat het geval, dan meldt de verloskundige de ouders daarvoor aan.

Vroeg Erbij is sinds 2021 onderdeel van het programma Kansrijke Start. Sindsdien is het aantal prenatale huisbezoeken toegenomen “De samenwerking was er altijd al wel, maar nu is de aanpak voor alle betrokken professionals vanzelfsprekend.” Zo heeft de GGD IJsselland in 2021 in Deventer een speciale samenwerking opgezet met de verloskundigenpraktijk Baren & Zo, in een wijk met een kwetsbare doelgroep. Een jeugdverpleegkundige draait er elke 6 weken spreekuur, om alvast kennis te maken met de ouders. “Dat loopt heel goed”, zegt Veenbergen. “Je neemt dan toch een drempel weg.” Mede door deze afspraak legden de jeugdverpleegkundigen in 2021 ongeveer 30 prenatale huisbezoeken af.  “Op aanvraag willen we ook bij andere verloskundigenpraktijken, waar minder problemen zijn, een spreekuur aanbieden.” besluit Veenbergen. “We kijken per praktijk naar wat passend is.”

Coalitievorming

Voor het welslagen van Kansrijke Start is coalitievorming heel belangrijk. Vanuit de GGD is Lisette Veltink in Deventer projectleider Kansrijke Start. Zij brengt professionals die bemoeienis hebben met aanstaande ouders, baby’s en kleine kinderen tot 1000 dagen bij elkaar. De samenstelling van deze coalitie kan wisselen en is mede afhankelijke van het aandachtspunt van dat moment. Op dit moment wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een routekaart om kwetsbare zwangeren beter in beeld te krijgen. Als medische en sociale problemen bij de ouders beter worden gesignaleerd, dan zouden meer aanstaande ouders eerder de juiste hulp kunnen krijgen – en meer kinderen een kansrijke start.

Het programma Kansrijke Start omvat meer projecten dan alleen de prenatale huisbezoeken. Relatie Ouder en kind Deventer, en Nu Niet Zwanger zijn daar voorbeelden van. De projectleiders van alle deelprojecten van Kansrijke Start organiseren voor alle betrokken professionals meerdere keren per jaar bijeenkomsten voor ontmoeting, het bespreken van casuïstiek, uitleg over een thema door specialisten of een van de ketenpartners.

Naar boven