Datum

E-learning ‘In gesprek over meisjesbesnijdenis’

Datum

Hoe ga je het gesprek aan met een meisje (of haar ouders) van wie je vermoedt dat ze besneden is? Of het risico loopt om besneden te worden? Wanneer is er aanleiding voor zo’n vermoeden en wat zijn de klachten die verband kunnen hebben met een besnijdenis? Hoe maak je dit gevoelige onderwerp bespreekbaar en geef je goede voorlichting? En hoe kunnen we vrouwelijke genitale verminking (vgv) voorkomen? De e-learning ‘In gesprek over meisjesbesnijdenis’ gaat uitgebreid in op deze en andere vragen. Het biedt alle kennis, tools en oefenstof die nodig zijn om met ouders en meisjes in gesprek te gaan. De e-learning sluit aan en is ondersteunend bij de werkwijze zoals omschreven in het ‘Standpunt Preventie van Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) door de Jeugdgezondheidszorg’.

Vrouwelijke genitale verminking

Vgv is een culturele traditie die verbonden is met opvattingen over reinheid, schoonheid, vrouwelijkheid en seksuele moraal. Het verschilt binnen families en gemeenschappen waarom ouders hun dochters laten besnijden. Vaak gebeurt het om de sociale status van het gezin te beschermen en om de kans op het vinden van een huwelijkspartner te vergroten. Zo proberen ouders de toekomst van hun dochters veilig te stellen. Vgv kan lichamelijke, psychische en seksuele problemen veroorzaken. Niet alleen vlak na de besnijdenis, maar ook op de lange termijn. Veel vrouwen weten niet dat hun klachten door die besnijdenis komen. Ze denken dat het hoort bij het ‘vrouw-zijn’.

Cijfers vrouwelijke genitale verminking

Op 1 januari 2018 woonden er ongeveer 95.000 meisjes en vrouwen in Nederland, afkomstig uit een van de 29 landen waar vgv-prevalentiecijfers van beschikbaar zijn. Van deze vrouwen is naar schatting 43% besneden, bijna 41.000 vrouwen. Ongeveer 82% van de besneden vrouwen is afkomstig uit Somalië, Egypte, Ethiopië, Eritrea, Soedan en Irak. Bij 37% van de besneden vrouwen betreft het naar schatting Type III*, bijna 15.000 vrouwen. De meerderheid van de vrouwen met Type III is afkomstig uit Somalië.

Van de ongeveer 38.000 meisjes in de leeftijd van 0 tot 19, lopen er naar schatting in het totaal 4.190 risico om besneden te worden. Hierbij moet worden opgemerkt dat het risico voor een deel van de meisjes pas echt reëel wordt wanneer zij het land van herkomst bezoeken (Pharos, 2019).
Bekijk deze cijfers in de infographic vrouwelijke genitale verminking.
* Type III is het vernauwen van de vaginale opening door wegsnijden en aan elkaar hechten van de kleine schaamlippen en/of de grote schaamlippen, met of zonder verwijdering van de clitoris (infibulatie).

Rol Jeugdgezondheidszorg-professional

Als Jeugdgezondheidszorg-professional is een belangrijke rol weggelegd voor preventie van vgv. Namelijk:

    • het bespreekbaar maken van vgv
    • taxeren van risico op vgv
    • actie ondernemen bij (een vermoeden van) een dreigende vgv
    • hulp bieden bij eventuele problemen na besnijdenis

Met de juiste voorlichting en in gesprek te gaan met meisjes kun je als JGZ-professional de juiste hulp bieden.

Wat leer je in de e-learning ‘In gesprek over meisjesbesnijdenis’?

Deze e-learning voor JGZ-professionals biedt basiskennis, tools en oefenstof over vgv. De cursus besteedt veel aandacht aan gespreksvoering en –technieken. Op die manier oefen je met gespreksvaardigheden en leer je op de juiste manier in gesprek te gaan over meisjesbesnijdenis.

Inhoud e-learning ‘In gesprek over meisjesbesnijdenis’

    • Algemene informatie over vrouwelijke genitale verminking
    • Rol JGZ
    • Gespreksvoering- en technieken
    • Oefeningen met videofragmenten
    • Een eindtoets met 15 multiple choice vragen

Je vindt de e-learning ‘In gesprek over meisjesbesnijdenis’ op het Pharos leerplatform.

Naar boven