Cultuursensitieve zorg

Zorg die is afgestemd op de behoefte van zwangeren en jonge ouders met verschillende culturele achtergronden. Dat betekent bijvoorbeeld dat het zorgaanbod aansluit op wat mensen aangeven nodig te hebben. Dat er aandacht is voor een eigen kijk op zwangerschap en gezondheid. En dat zorgverleners over de juiste kennis, houding en vaardigheden beschikken om (aanstaande) ouders met een andere culturele achtergrond goed te kunnen ondersteunen.

Westerse kijk op ‘goed ouderschap’ belemmert de aansluiting met kwetsbare gezinnen   

Het helpt als professionals zich meer bewust zijn van hun eigen normen en ouders met een open blik benaderen.

Hoogleraar Judi Mesman voert onderzoek uit naar sensitief ouderschap in cultureel perspectief. Sensitief is als ouders een passende reactie geven op de signalen die een kind geeft. Aan de hand van video-opnames van ouder-en-kind-interacties in ruim twintig landen over de hele wereld laat Mesman zien, dat ouders door alle culturen heen gevoelig zijn voor deze signalen en er sensitief op reageren. Hoe er gereageerd wordt, kan er wel heel anders uitzien dan wij in het westen verwachten.

Doorsnee westerse omgang

Om het verschil tussen niet-westerse en westerse ouders uit te vergroten, toont Mesman een video van een interactie van een Amerikaanse moeder met haar baby: De moeder buigt zich over haar baby die op de grond ligt. Ze praat met hoge stem, lacht, kirt, knuffelt: de baby is blij. Als het kind lijkt te willen draaien, probeert ze hem een handje te helpen: “Wil je draaien?” Dan dreigt de baby te gaan huilen. “Vind je dat niet leuk? Ben je nu boos op mama?”, reageert de moeder, waarna de baby weer lacht en kirt.

“Dit is een doorsnee westerse interactie”, zegt Mesman. “Westerse ouders ‘ondertitelen’ de signalen die hun kind geeft: ze interpreteren wat hun kind wil, zeggen dat hardop en spelen erop in.”

“Sensitief ouderschap is universeel, maar niet uniform”

Heel andere interactie en toch adequaat

Veel ondertitelen, praten en elkaar aankijken, dat is het typisch westerse plaatje van sensitiviteit. Een contrast hiermee vormen de videofragmenten uit Mesmans onderzoek van ouder-en-kind-interacties op het platteland van bijvoorbeeld de Filippijnen, Peru en Congo. Hier wordt niet of nauwelijks met het kind gesproken. Oogcontact is er niet bij. Laat staan dat er met het kind wordt gespeeld of gelachen. Mesman: “Vanuit westerse optiek zijn sommige videobeelden uit ons onderzoek zelfs shockerend. Maar bekijken we de context waarin deze ouder-kind-interacties plaatsvinden, dan zien we veel positiefs gebeuren in de het contact tussen ouder en kind. Baby’s worden voortdurend gedragen, er is continu lichamelijk contact. Wijzen ze naar de borst van hun moeder, dan komt die gelijk tevoorschijn: breastfeeding on demand is doodgewoon. Er zijn ook tantes en oudere broertjes, zusjes, neefjes, nichtjes die het kind koesteren en troosten: gedeelde zorg is veel gewoner.”
“Verzorgers reageren soms fysiek in plaats van verbaal. Ze verplaatsen het kind als het ergens naar kijkt of reikt zodat het er beter bij kan, zonder daar wat bij te zeggen. Of ze geven het kind iets waar het interesse in heeft, maar zonder het te benoemen.”

Eén videofragment toont een Peruaanse moeder die haar dreumes zittend op de grond eten geeft. Achter haar staat de tv luid aan, een ouder kind leidt continu de aandacht af. “Waar is de eettafel, waar is de eetroutine?”, schertst Mesman. “Let wel: deze eetsessie duurt maar liefst vijftig minuten! Deze moeder wacht met engelengeduld het moment af waarop het kind weer een hapje wil nemen, tot het bordje helemaal leeg is. Ondertussen hebben het oudere kind en de dreumes plezier met elkaar. Terwijl ze haar kind voedt, ondersteunt ze dus ook het contact met haar zus en volgt feilloos de signalen van het kind wat betreft het eettempo.”

De rol van jeugdige verzorgers

Voor Mesman werpt haar onderzoek deze vraag op: “Focussen wij niet teveel op oogcontact, lezen, praten, spelen, lachen, terwijl er zoveel meer handelingsmogelijkheden zijn die net zo goed adequaat zijn? Als een moeder een kind altijd bij zich draagt, kan ze snel reageren als er iets is en is de toewijding dus vanzelf heel groot.”

Mesman neemt een zijpaadje. Als oudere broertjes of zusjes een verzorgende rol hebben, vrezen we in Nederland al snel voor ‘parentificatie’. “Terwijl dit in veel niet-westerse landen volstrekt normaal is. Daar kunnen we best wat meer voor openstaan.” Dat heel jonge kinderen heel adequaat kunnen reageren op de signalen van een nog jonger kind, laten videobeelden uit Mesmans onderzoek duidelijk zien. “Als het echt nodig is, moeten er natuurlijk volwassenen in de buurt zijn. Maar sta als zorgverlener open voor de gedachte, dat dit in sommige gezinnen meer de norm -en ook goed ouderschap- is.”

Overbruggen van de verschillen

Mesmans advies aan zorgverleners: “Het is vanzelfsprekend dat je je eigen normen hebt. Iedereen heeft normen over opvoeding en ouderschap. Maar realiseer je dat het gedrag van ouders of gezinnen heel anders, en toch goed genoeg kan zijn. Valt je iets op dat je gek vindt? Neem dan een stapje terug en vraag je af: welke functie heeft het in dit gezin? Observeer en stel vragen. Neem bijvoorbeeld spelen of lezen met je kind. Dat vinden wij nu heel essentiële delen van de opvoeding, al keken we daar twee generaties terug nog heel anders naar. We weten dat het positief is voor de ontwikkeling van een kind. Maar in sommige niet-westerse of in ongeletterde gezinnen gebeurt het veel minder. Je kunt dan kijken of sommige functies van spel en taalontwikkeling op een andere manier aan bod komen. Is het in dit gezin iets van de kinderen onderling? Of wordt er samen gekookt? Belangrijk is dat je openstaat voor en inspeelt op de situatie van dit gezin.

“Veel migrantengezinnen worstelen met de overgang van een systeem van gedeelde zorg naar zorg alleen. Daar kun je met ze over praten. Je kunt dan ook ideeën aanreiken, zoals plekken in de buurt waar ze andere ouders kunnen ontmoeten en waar de kinderen kunnen spelen.”

*Na afloop merkt een deelnemer op, dat de getoonde niet-westerse ouder-kind-interacties vooral ouders in plattelandsgebieden waren. Judi Mesman beaamt dat: “We maakten ook video-opnames van ouders in stedelijke gebieden. Dan zie je dat de omgang van ouders met hun kinderen meer lijkt op wat we in het westen onder sensitief verstaan.”
“In Nederland vinden we het onveilig als de baby bij ouders in bed slaapt. Maar bijvoorbeeld in Iran vinden ze het kindermishandeling als baby’s in een wiegje slapen.”

“In een diverse samenleving – waarin normen en waarden niet als universeel kunnen worden aangenomen – is expliciete aandacht voor verborgen normativiteit en levensbeschouwing in het jeugddomein van groot belang.” – Kennisagenda Jeugd

 

Heb je te maken met een gezin met een andere culture achtergrond dan de jouwe? Sta er iedere keer bij stil dat:

  • ouderlijk gedrag sterk wordt bepaald door de omgeving
  • sensitief ouderschap universeel is maar niet uniform
  • bewustzijn van je eigen norm voorwaarde is om mensen cultuur-sensitief te kunnen begeleiden
  • mensen soms ineens naar Nederland zijn verhuisd en vanuit een heel andere cultuur komen: een overgang die stress met zich meebrengt
  • een ouder een advies niet aanneemt wanneer deze te ver afstaat van de eigen normen

Houd dit voor ogen als je met ouders in gesprek gaat over richtlijnen en adviezen. Zoek samen met hen naar praktische oplossingen die recht doen aan wat voor hen belangrijk is.

Naar boven