Kansrijke Start & armoede en schulden

De meeste kinderen in Nederland hebben een kansrijke start, maar lang niet allemaal. Het verschilt sterk tussen gemeenten of zelfs wijken waarin ze opgroeien. De leefomstandigheden van (aanstaande) ouders en kinderen spelen een belangrijke rol bij een kansrijke start. Een deel van deze leefomstandigheden heeft te maken met bestaanszekerheid die onder druk staat. Inkomenszekerheid is volgens de VNG één van de vier pijlers van bestaanszekerheid.

Onderzoek laat zien dat langdurige armoede¹ en problematische schulden vergaande gevolgen hebben voor zowel ouders als kinderen. Niet alleen direct na de geboorte, ook op latere leeftijd. Chronische stress is daarbij een belangrijke ‘negatieve’ factor. Op dit moment groeit ongeveer één op de vijftien kinderen op in armoede. De kans dat gezinnen minstens vier jaar achter elkaar moeten rondkomen van een laag inkomen is de afgelopen jaren toegenomen. Bekijk ons factsheet met cijfers over armoede en schulden tijdens de eerste 1000 dagen.

De podcast Kansrijke Start:
‘Ik was zwanger en zó mager, je zag het in mijn gezicht’ – Adonia

Luister naar de podcast

Coalities Kansrijke Start en armoede – handvatten

  1. Zicht op armoede tijdens de eerste 1000 dagen: om een plan van aanpak te maken rond armoede tijdens de eerste 1000 dagen, heb je zicht nodig op de actuele situatie en problematiek in je gemeente. Die problematiek kan verschillen per wijk of kern en in groepen. We geven een aantal mogelijkheden om zicht te krijgen op de problematiek en hoe je daarbij kunt samenwerken met (aanstaande) ouders en ervaringsdeskundigen.
    Handvat 1: Armoede tijdens de eerste 1000 dagen: zicht op de problematiek
  2. Armoede herkennen en gezinnen ondersteunen: coalities Kansrijke Start kunnen inzetten op het verbeteren van het signaleren van geldproblemen/-zorgen en de gevolgen daarvan bij (aanstaande) ouders en gezinnen. We noemen hiervoor een aantal mogelijkheden. Het bespreekbaar maken van geldzorgen en (stress)sensitief werken zijn daarbij belangrijke aandachtspunten. Als eenmaal gesignaleerd is, is het ondersteunen van (aanstaande) gezinnen nodig. Hierbij horen financiële hulp en materiële steun, maar ook het versterken van sociale steun.
    Handvat 2: Armoede signaleren en gezinnen ondersteunen
  3. Bekendheid en toegankelijkheid ondersteuning en hulp bij (kinder)armoede: in een gemeente zijn veel regelingen en mogelijkheden voor ondersteuning van (aanstaande) ouders en hun kinderen. Vaak zijn deze voor (aanstaande) ouders zelf, maar ook voor coalitiepartners, te weinig bekend. Bij dit handvat vind je mogelijkheden om de bekendheid en toegankelijkheid van regelingen en voorzieningen voor (aanstaande) gezinnen te verbeteren. Ook lees je over een aantal specifieke voorzieningen zoals het kindpakket en de gemeentepolis.
    Handvat 3: Bekendheid en toegankelijkheid van ondersteuning en hulp bij armoede
  4. Samen leren over armoede tijdens de eerste 1000 dagen: om professionals voldoende toe te rusten om geldzorgen te kunnen signaleren en te bespreken, zijn vaardigheden en kennis nodig. Dat kan door van elkaar te leren en door met elkaar te leren. Aandachtspunten daarbij zijn bewustzijn van de gevolgen van armoede en stress, (stress)sensitief werken en het bespreekbaar maken van geldzorgen. Bij dit handvat vind je tips en voorbeelden om hiermee aan de slag te gaan in jullie coalitie.
    Handvat 4: Samen leren over armoede tijdens de eerste 1000 dagen

Samenwerken aan kinderarmoede

Armoede en schulden zijn complex en kunnen niet door één partij worden aangepakt. Daarom is er een domeinoverstijgende samenwerking nodig. Dat geldt voor de verschillende beleidsterreinen binnen de gemeente (Werk en Inkomen, Onderwijs, Jeugd, Huisvesting, Volksgezondheid e.d.). En tussen partners uit zowel het medische- als het sociale domein (professionals en vrijwilligers) in de gemeente of wijken. Belangrijkste doel daarbij is dat zwangeren, ouders en kinderen in beeld zijn en tijdig passende ondersteuning kunnen krijgen. En dat de hulp en ondersteuning op elkaar is afgestemd zodat geen extra stress wordt toegevoegd.

Armoede in gemeentelijk beleid

Vaak wordt vanuit verschillende beleidsterreinen in de gemeente gewerkt aan armoede en wordt vanuit het jeugdbeleid de participatie van kinderen gestimuleerd. Niet altijd is er in gemeenten specifiek beleid gericht op kinderarmoede.

Het combineren van armoedebeleid en een kansrijke start aanpak betekent:

  • Het voorkomen van problematische schulden en langdurige armoede bij gezinnen.
  • Het tijdig in beeld krijgen van (aanstaande) ouders met armoede- en schuldenproblematiek om hen passend te kunnen ondersteunen.

Daarbij is aandacht nodig voor het beperken of compenseren van de gevolgen van armoede & schulden en stressvermindering. Denk aan financiële hulp en materiële steun, steun bij het opgroeien en ouderschap, sociale steun en het versterken van de fysieke- en mentale gezondheid.

Mogelijke partners in aanpak armoede

Bij samenwerken aan het thema armoede tijdens de eerste 1000 dagen gaat het bijvoorbeeld om geboortezorgpartners en de JGZ met de (sociale)wijk- of buurtteams, welzijn, maatschappelijk werk, schuldhulpverleners, budgetcoaches en/of consulenten geldzaken/-zorgen, kinderdagopvang, het onderwijs, huisartsen en POH, sociaal raadslieden, woningcorporatiesThuisadministratie van Humanitas, schuldhulpMaatje, vluchtelingenwerk, voedselbank, kerkelijke organisaties of buurtverenigingen. Enkele tips:

  • Welke (formele en informele) organisaties zijn er in je wijk/gemeente die een rol spelen in de aanpak van (kinder)armoede in je gemeente? Bespreek met je coalitiepartners en met beleidsmedewerkers van bijvoorbeeld armoedebeleid en Werk en Inkomen, wie zij kennen, met wie zijn al samenwerken of een (subsidie)relatie hebben.
  • Kijk met elkaar welke partners nodig kunnen zijn voor jullie opgaven rond bestaanszekerheid in de eerste 1000 dagen. Ga met partners in gesprek en ga samen na wat hun bijdrage kan zijn aan de coalitie. Enkele voorbeelden:
    • Coalities in Meppel, Eindhoven en Nijmegen werken samen met consulenten geldzaken/zorgen. Zij brengen expertise in op het gebied van de impact van geldzorgen op mensen, het signaleren en bespreken van geldzorgen. Ook kennen zij de ondersteuningsmogelijkheden in de gemeente.
    • In Den Haag zit het loket helpdesk Geldzaken van de gemeenten op gezette tijden in een verloskundige praktijk.
    • In Apeldoorn werkt de coalitie Kansrijke Start samen met SAMEN055. Dit is het steunpunt voor inwoners met vragen. Er zijn vaste contactpersonen vanuit de welzijns-/bestaanszekerheidszorg en de jeugdgezondheidszorg die vragen van ouders en professionals snel kunnen oppakken en de juiste zorg kunnen opstarten met (aanstaande)ouders.
    • Andere coalities werken samen met buurtteams en huisartsen rond armoede en schulden.

Samenwerken met (aanstaande) ouders

Om beleid en de aanpak beter aan te laten sluiten bij de vragen en behoeften van (aanstaande)ouders, is samenwerking met de mensen die je wilt bereiken essentieel. Ga in gesprek met (aanstaande) ouders en werk samen met ervaringsdeskundigen en/of sleutelpersonen. De samenwerking betekent veel voor ouders zelf; zij voelen zich gehoord en gezien en de samenwerking versterkt hen. Lees meer over samenwerking in:

Armoede: gebruik de samenwerking en inzet die er al is

Er gebeurt al veel in gemeenten op het gebied van armoede en schulden. Welke programma’s, projecten en netwerken zijn er in jullie gemeente die zich bezighouden met de aanpak van (kinder)armoede? Kun je bij bestaande initiatieven aanhaken of is afstemming mogelijk? Welke ondersteuning is specifiek voor aanstaande (ouders) en hun kinderen? Enkele voorbeelden van bestaande aanpakken of samenwerking:

Alliantie Kinderarmoede

Sinds 2019 is er de Alliantie Kinderarmoede: het grootste netwerk tegen kinderarmoede in Nederland. De Alliantie brengt diverse organisaties bij elkaar om samen nieuwe oplossingen te bedenken voor de aanpak van kinderarmoede. De missie van de Alliantie is dat in 2030 geen enkel kind meer de dupe van armoede én komen er geen nieuwe gezinnen in armoede meer bij. De Alliantie werkt ook aan kennisdeling via kenniskringen.

  • In verschillende gemeenten wordt samengewerkt aan de vroegsignalering van betalingsachterstanden. Hierbij werken bijvoorbeeld de woningcorporaties, de zorgverzekeraar en het energie/waterbedrijf samen. Zij kunnen snel betalingsachterstanden signaleren.
  • In gemeenten wordt aan verschillende programma’s en projecten gewerkt waar bestaanszekerheid of armoede en schulden onderdeel van zijn. Denk aan het nationaal programma leefbaarheid en veiligheid in twintig focusgebieden in negentien gemeenten. Daar is een van de doelstellingen het bieden van een beter perspectief waarbij begeleiden naar werk en het terugdringen van problematische schulden onderdeel van zijn. Recent zijn is de landelijke aanpak geldzorgen, armoede en schulden gepresenteerd. Lees de kamerbrief en het implementatieplan met maatregelen.

Samen Kansrijk en Gezond

Het programma ‘Samen Kansrijk en Gezond’ van FNO zet zich ervoor in dat het voor de ervaren gezondheid van mensen niet uitmaakt uit welk gezin zij komen. Dat doen zij samen met de gezinnen om wie het gaat in verschillende gemeenten in Nederland. Leren over wat werkt en wat niet is onderdeel van het programma. In een aantal gemeenten gaat werkt men aan het doorbreken van armoede in gezinnen. Kijk bijvoorbeeld eens naar ‘Gewoon Geld geven ’in Tilburg, ‘Collectief Kapitaal’ in Arnhem en ‘Gezonnen gezond en financieel fit’ in Alphen aan de Rijn.

Meer informatie over Kansrijke Start en kinderarmoede

1. Er zijn verschillende definities van armoede. Het CBS spreekt niet van arme huishoudens of huishoudens die in armoede leven, maar van huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens (inkomen tot 120% van het sociaal minimum) of van huishoudens met kans op armoede. Van armoede is sprake als het inkomen onder een bepaalde koopkrachtnorm ligt. Behalve het inkomen worden ook andere factoren meegenomen om de kans op armoede te beschrijven, zoals hoe lang een gezin van een laag inkomen leeft, de omvang van de vaste lasten en het eigen oordeel over de financiële positie.

Naar boven