
Infosheet
Werken aan welbevinden op school bij kinderen en jongeren uit gezinnen in kwetsbare situaties: handvatten en praktijkvoorbeelden
Kinderen en jongeren ontwikkelen én leren beter als ze lekker in hun vel zitten. Als ze zichzelf kunnen zijn, en gezond en veilig opgroeien in een kansrijke omgeving. Opgroeien in kwetsbare situaties kan invloed hebben op het mentale en fysieke welbevinden van leerlingen en studenten. En daarmee ook op hun mogelijkheden om te kunnen leren. Met het programma Welbevinden op School streven we naar gelijke kansen op welbevinden. Dit vraagt om extra aandacht voor kinderen en jongeren uit gezinnen in kwetsbare situaties. In deze infosheet vind je handvatten en praktijkvoorbeelden voor het werken aan hun welbevinden.
Zie ook de inspiratiekaart Werken aan gelijke kansen op welbevinden.
Wat is welbevinden?
Kinderen en jongeren zitten op school om te leren en zichzelf te ontwikkelen. Dit lukt alleen als zij fysiek en mentaal goed in hun vel zitten. Met welbevinden bedoelen we:
- een positief gevoel en positief in het leven staan;
- zelfvertrouwen;
- doorzettingsvermogen en energie;
- een gevoel dat je ertoe doet;
- het goed weten omgaan met je eigen emoties.
Welbevinden gaat niet alleen over het emotionele aspect van ‘je gelukkig en tevreden voelen’. Het gaat ook over gedragsmatige, lichamelijke en sociale factoren.
Over Welbevinden op School
Welbevinden op school stimuleert scholen om schoolbreed en structureel te werken aan het welbevinden van hun leerlingen en studenten. Dit programma is een samenwerking tussen Pharos en het Trimbos-Instituut. De tools en handvatten van Welbevinden op School bieden uitwerking van de Gezonde School-aanpak voor het thema welbevinden. Welbevinden op School werkt samen met de Expertgroep Schoolpsychologen van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), Sectie Jeugd. Lees meer op welbevindenopschool.nl.
Welbevinden van kinderen in ongunstige omstandigheden of met ingrijpende jeugdervaringen
Ingrijpende jeugdervaringen en de omstandigheden waarin kinderen en jongeren opgroeien hebben invloed op hun mentale en fysieke gezondheid. Denk aan de volgende omstandigheden: armoede of financiële zorgen, het meemaken van ingrijpende of traumatische gebeurtenissen (zoals vluchten, mishandeling of verwaarlozing), (tijdelijk) gebroken gezinnen, discriminatie, (ouders met) minder kennis van het Nederlandse onderwijs- en zorgsysteem, en zorgen over de toekomst. Ongunstige omstandigheden of ingrijpende jeugdervaringen veroorzaken vaak veel stress en kunnen traumatisch zijn. Ze worden ook wel adverse childhood experiences (ACE’s) (1) genoemd. Hoe meer ongunstige omstandigheden of ingrijpende jeugdervaringen kinderen meemaken, hoe groter de kans dat zij veel chronische stress ervaren en problemen ontwikkelen, zoals fysieke, psychologische en schoolproblemen (2). Chronische stress is een langdurige en aanhoudende vorm van stress en heeft een negatieve invloed op zowel de fysieke als mentale gezondheid.
Wanneer je te maken hebt met langdurige stress, ben je vatbaarder voor ziekten en kun je een verminderd denk- en doen vermogen ervaren. Leerlingen en studenten kunnen daardoor moeite hebben met het bereiken van hun volledige potentie op school. Zo hindert psychosociale problematiek de cognitieve ontwikkeling, wat bijvoorbeeld kan leiden tot taal- of leerproblemen (3). Vaak is het juist de combinatie van factoren (intersectionaliteit) die kinderen een valse start geeft, en kan het leiden tot uitdagingen die hun schoolprestaties en gezondheid beïnvloeden. Dit kan doorwerkten tot in de volwassen leeftijd.
Wat weten we uit onderzoek?
Recent onderzoek laat zien dat kinderen en jongeren uit gezinnen met een laag inkomen en/of een migratieachtergrond vaker een verminderd mentaal welbevinden ervaren dan jongeren uit gezinnen met een hoog inkomen. Zij:
- hebben vaker gedragsproblemen, emotionele problemen en psychosomatische klachten;
- ervaren minder steun van hun gezin en vrienden en zijn minder tevreden over de relaties met hen;
- ervaren meer druk door schoolwerk;
- worden op de middelbare school meer gepest en pesten zelf ook meer;
- ervaren vaker discriminatie op basis van afkomst;
- voelen zich vaker eenzaam.
“Als een kind zich niet goed voelt heeft het ook geen nut om het onderwijs te geven. Dan komt het niet binnen. Daarom je moet aan de onderkant zorgen dat het voor dat kind goed gaat. Dan leg je de basis voor onderwijs.”
Else Marijke Boekbinder, Intern Begeleider 'De Parkschool', Delft.
Waarom Welbevinden op School bevorderen bij kinderen en jongeren uit gezinnen in kwetsbare situaties?
Juist bij leerlingen en studenten die opgroeien in ongunstige omstandigheden of te maken krijgen met ingrijpende jeugdervaringen heeft de school een heel belangrijke rol in het welbevinden. Ze brengen er een groot deel van hun tijd door, van kleuterklas tot beroepsonderwijs. Als leerlingen en studenten zich veilig voelen, zijn ze in staat om te leren en tot zelfontplooiing en talentontwikkeling te komen. Schoolgaan kan de psychosociale problemen verminderen. Leerlingen en studenten die zich thuis voelen op school hebben bijvoorbeeld een lagere kans op posttraumatische stress, depressie en angsten, ondanks de situatie thuis (4). Onderwijs met aandacht voor het welbevinden van leerlingen en studenten zorgt er voor dat zij meer zelfvertrouwen krijgen en weerbaarder zijn. Hierdoor kunnen zij:
- zich beter inleven in een ander;
- beter omgaan met emoties van zichzelf en anderen;
- hechtere relaties opbouwen;
- beter leren en presteren op school.
Leerlingen en studenten voelen zich prettig en ontwikkelen zich het best als zij zich in een omgeving bevin¬den die het ontwikkelen van het eigen kunnen stimuleert op een manier die bij hen past en aansluit, die kansen biedt om deze vaardig-heden te benutten en dat past bij waar het bereik en de belangstelling van de leerling/student ligt (5).
Leren lukt het beste als je je goed voelt, en omgekeerd helpt goed onderwijs leerlingen en studenten om beter in hun vel te zitten. Zo kan het bieden van geschikte interventies met betrekking tot sociaal-emotioneel leren en het versterken van de veerkracht helpen bij het verbeteren van het mentaal welbevinden en uiteindelijk de schoolresultaten (6).
Verschillende kapitalen en de verschillende werelden van school en thuis
Niet elk kind krijgt thuis hetzelfde financieel, cultureel of sociaal kapitaal mee. Wanneer wij het hebben over financieel kapitaal gaat het over de financiële middelen van een gezin. Het cultureel kapitaal gaat over kennis en vaardigheden, maar ook de opvoeding die kinderen en jongeren meekrijgen. Het netwerk van de ouders en het kind zelf, en wat daar mee bereikt kan worden, noemen we sociaal kapitaal. Dit kapitaal beïnvloedt de toegang van leerlingen tot kansen in het onderwijs en daarbuiten. Het is echter ongelijk verdeeld; leerlingen uit hogere sociaaleconomische milieus hebben vaak meer toegang tot deze vormen van kapitaal. Dit leidt tot ongelijkheid in kansen, omdat het onderwijs vaak de waarden en normen van de middenklasse weerspiegelt.
Door middel van educatie kunnen deze vormen van kapitaal worden opgebouwd. Scholen kunnen actief werken aan het vergroten van bijvoorbeeld het sociaal en cultureel kapitaal van alle leerlingen. Door het aanbieden van diverse culturele activiteiten en ondersteuning bij extra-curriculaire initiatieven. Kortom, het verkrijgen van cultureel en sociaal kapitaal vindt, naast de thuisomgeving, voor een belangrijk deel plaats in het onderwijs.(7)
Drie vormen van kapitaal
1. Financieel kapitaal is onderdeel van – en dus bepalend voor – de sociaaleconomische status van leerlingen/studenten. Een tekort aan financieel kapitaal is funest voor welbevinden en gelijke kansen. Onder andere omdat er in gezinnen met een tekort aan dit kapitaal vaak sprake is van veel stress.
2. Cultureel kapitaal staat voor alle kennis, opleidingen en vaardigheden die een persoon bezit, bewust en onbewust. Het gaat om titels en certificaten, zoals je middelbareschooldiploma of een taalcertificaat, maar ook om bepaalde gedragingen en je manier van kleden en praten (8). Het cultureel kapitaal dat je bezit, is sterk afhankelijk van je opvoeding en het milieu waarin je opgroeit (9). Door je als onderwijsprofessional bewust te zijn van je eigen opvattingen over cultureel kapitaal en bewust bezig te zijn met het type cultureel kapitaal dat jij aanbiedt, kun je je leerlingen beter kwalificeren, socialiseren en bijstaan in hun persoonlijke groei. Belangrijk hierbij is om als uitgangspunt te nemen dat sommige leerlingen niet per se minder cultureel kapitaal hebben maar een ander soort cultureel kapitaal dat ook unieke kwaliteiten met zich meebrengt. Hierdoor komt er meer ruimte om de verschillende soorten cultureel kapitaal te benutten (10).
bijvoorbeeld ook zijn dat ze zich op deze plekken extra gaan schamen voor hun (eventuele) armoede thuis of voor het feit dat er thuis geen Nederlands wordt gesproken (11).
3. Sociaal kapitaal verwijst naar het sociale netwerk van een individu en de hulpbronnen die via dat netwerk gemobiliseerd kunnen worden (12). Met andere woorden: sociaal kapitaal omvat je netwerk en datgene wat je via je netwerk gedaan kunt krijgen. Denk bijvoorbeeld aan het hebben van sociale contacten waardoor een leerling/student sneller een stageplek of een baanaanbieding krijgt na het afronden van een opleiding. Vaak hebben personen met een lagere sociaaleconomische status een ander type netwerk dan mensen met een hogere sociaaleconomische status.
Verbinden van leefwerelden
Het verbinden van de verschillende leefwerelden – schoolcultuur, thuiscultuur en straat/ peergroupcultuur – is heel belangrijk (13). We weten dat leerlingen zich meer thuis voelen en beter in hun vel zitten wanneer de schoolcultuur beter aansluit op de thuiscultuur en de straat/ peergroupcultuur. En goed in je vel zitten heeft weer invloed op het welbevinden. Echter, we weten dat het onderwijs sterk de cultuur van de midden of hogere sociale klasse weerspiegelt, wat ervoor kan zorgen dat kinderen en jongeren uit een andere sociaaleconomische klasse zich minder thuis voelen in het onderwijs en er minder goed hun weg kunnen vinden. Ze hebben het gevoel een ander soort taal te spreken, niet te begrijpen wat de kledingcodes zijn, maar het kan bijvoorbeeld ook zijn dat ze zich op deze plekken extra gaan schamen voor hun (eventuele) armoede thuis of voor het feit dat er thuis geen Nederlands wordt gesproken.
Hoe werk je aan welbevinden op school?
Scholen zetten nu vaak in op losse (beleids)maatregelen en/of interventies om het welbevinden van hun leerlingen te beïnvloeden. Uit onderzoek en uit de praktijk blijkt dat er betere resultaten worden behaald op lange termijn wanneer er schoolbreed wordt gewerkt aan welbevinden. Dit houdt in dat alle niveaus in en om de school worden betrokken (14).
Voor meer informatie over een schoolbrede aanpak op welbevinden kijk op Welbevinden op School.
De Universiteit van Harvard (2021) heeft op basis van wetenschappelijk onderzoek drie principes geformuleerd waar onder andere onderwijsprofessionals aan kunnen werken. Om beschermende factoren te versterken en dus gelijke kansen op welbevinden te stimuleren (15).
Drie principes voor het stimuleren van Welbevinden op School en jongeren op school
- Sociaalemotionele en cognitieve competenties versterken. Bijvoorbeeld door kinderen en jongeren te leren ruzies op te lossen door erover te praten of door aandacht te hebben voor emoties in de klas. Bij leerlingen/studenten en hun gezinnen in kwetsbare omstandigheden kunnen veel veerkrachtversterkende factoren aanwezig zijn. Het is belangrijk om hierop in te blijven zetten. Veerkracht helpt om beter om te gaan met tegenslagen en sneller te herstellen van teleurstellingen. Self-efficacy, of het geloof in hun eigen kunnen, moedigt hen aan om uitdagingen aan te gaan, wat hun motivatie en ambitie verbetert. Dit kan leerlingen en studenten heel ver brengen (6).
- Bronnen van stress verminderen. Door te leren te ontspannen in de klas, bijvoorbeeld door mindfulness. Ook deelname aan creatieve, sportieve en sociale activiteiten, oftewel constructieve vrijetijdsbesteding en ruimte voor talentontwikkeling, wordt gezien als beschermende factor (6). Door actief bezig te zijn, voelen kinderen en jongeren zich lichamelijk en geestelijk beter en presteren zij ook beter op school.
- Ondersteunende relaties versterken. Hierbij is de pedagogische driehoek bestaande uit de ouder, leerling en de school essentieel. Door aandacht te hebben voor het contact met ouders. Maar ook door te investeren in de relatie tussen docent en leerling of student en tussen leerlingen en studenten onderling. Zodat ze weten dat ze bij de docent en bij elkaar terecht kunnen. Versterking van dit soort factoren biedt een tegenwicht aan risico’s en problemen en maakt leerlingen en studenten veerkrachtig. Lees hier hoe ze dat bij het Summa College vorm geven.

Inspirerende voorbeelden van welbevinden op school
Inspirerende voorbeelden van Welbevinden op School
Op een basisschool in Zoetermeer wordt ingezet op het welbevinden van de leerlingen door het versterken van de sociaal emotionele ontwikkeling. Dit doen zij onder andere door middel van traumasensitief lesgeven en met ondersteuning van een pedagogisch conciërge. Lees in dit praktijkvoorbeeld hoe hun brede aanpak werkt.
Het Jordan Montessori Lyceum Utrecht betrekt de wijk bij de school door verbinding te maken met ouders en door leerlingen in te zetten om het sociaal- en cultureel kapitaal van andere leerlingen te versterken. De school besteedt veel aandacht aan het welbevinden van leerlingen en personeel, en focust daarbij op het vergroten van kansengelijkheid. Meer hierover lees je in dit praktijkvoorbeeld.
Door een kledingwisselmarkt te organiseren zet het ROC Da Vinci in op het verbeteren van het welbevinden van leerlingen met minder financieel kapitaal. Ook bieden zij voor het onderwijspersoneel extra scholing aan in het herkennen van huiselijk geweld. Lees hier het verhaal van ROC Da Vinci.
Wil je schoolbreed werken aan welbevinden? Op de pagina van jouw schooltype vind je praktische tools waaronder een stappenplan, en voorbeelden uit de praktijk:
- primair (en gespecialiseerd) onderwijs
- voortgezet (en gespecialiseerd) onderwijs of
- middelbaar beroepsonderwijs
Of ga naar de informatie voor gemeente en GGD.
Meer inspiratie
Lees hoe je in de klas aandacht kunt hebben voor welbevinden bij vluchtelingenkinderen en andere nieuwkomers. Via de online omgeving Welbevinden op school met nieuwkomersleerlingen.
Praktische informatie en tips voor de begeleiding van vluchtelingenkinderen in het (reguliere) basis- en voortgezet onderwijs. Handreiking Kinderen met een vluchtachtergrond op school voor PO en VO.
In deze aflevering van de ISK-podcast vertellen (ervarings)deskundige Ramin Kawous en Anna de Haan van Pharos over cultuursensitief les krijgen en les geven. De ISK-podcast: ‘Cultuursensitief lesgeven met Pharos’:
Wil je weten waar je op in moet zetten als je wilt werken aan gelijke kansen als onderwijsprofessional in het PO en VO? Bekijk dan de inspiratiekaart met handige tools en achtergrondinformatie. Praktijkkaart: Welbevinden en gelijke kansen voor PO en VO.
Dit handboek van het project Brighter Futute gaat over hoe je op school en in de klas kunt zorgen voor een beschermend en inclusief klimaat voor kinderen die opgroeien in kwetsbare omstandigheden. Van bescherming naar inclusie Een handboek voor leerkrachten PO en VO.
Contact
Meer informatie over Welbevinden op School of advies nodig? Neem gerust contact op met Anna de Haan.
Welbevinden op School en de gezonde school
Welbevinden op School is kennispartner van Gezonde School. Gezonde School is een programma dat scholen ondersteunt om structureel bij te dragen aan een goede gezondheid van leerlingen, studenten en medewerkers van de school. Scholen die werken met de aanpak kiezen één of meerdere gezondheidsthema’s om mee aan de slag te gaan. Vervolgens kunnen zij een vignet krijgen op één of meerdere thema’s. Welbevinden is één van deze thema’s.
Bronnen
- Cronholm, P. F. et al. Adverse childhood experiences: expanding the concept of adversity. Am. J. Prev. Med. 49, 354-361 (2015)
- Berk, A. de et al. Ingrijpende gebeurtenissen in het onderwijs. Tijdschr. voor Orthop. 49-56 (2021)
- Nederlands Centrum Jeugd. Richtlijn: Psychosociale problemen (2016)
- Fazel, M. & Betancourt, T. S. Preventive mental health interventions for refugee children and adolescents in high-income Pasxsettings. Lancet Child Adolesc.Health (2018). doi:10.1016/S2352-4642(17)30147-5
- Ince, D., Yperen, T. van & Valkestijn, M. Top tien beschermende factoren. (NJI, 2018)
- Tyrer, R. A. & Fazel, M. School and community-based interventions for refugee and asylum seeking children: a systematic review. [Met erratum in PLoS One 2014;9(5):e97977]. PLoS One (2014)
- Gelijke Kansen in de Klas. (n.d.). Cultureel en sociaal kapitaal. Geraadpleegd op 22 januari 2025, van https://gelijkekansenindeklas.nl/hoofdstuk/cultureel-en-sociaal-kapitaal/
- Bourdieu, P., & Passeron, J.-C. (1970). La reproduction. Éléments pour une théorie du système d’enseignement. Éditions de Minuit. Engelse vertaling. (1977). Reproduction in education, society and culture. Sage
- Van den Bergh, L., Denessen, E., & Volman, M. (Red.). (2020). Werk maken van gelijke kansen: Praktische inzichten uit onderzoek voor leraren basisonderwijs (1e druk). Ten Brink Uitgevers
- Agirdag, O. (2010). Exploring Bilingualism in a monolingual school system: insights from Turkish and native students from Belgian schools. British Journal of Sociology of Education, 31(3), 307 – 321
- Onderwijsraad. (2021). Jaarverslag 2021. Geraadpleegd van https://www.onderwijsraad.nl/publicaties/jaarverslagen/2021/jaarverslag-2021
- Baay, P., & De Haan, J. (2016). Scholen kunnen jongeren helpen hun netwerk beter te benutten, ook op het MBO. Sociale vraagstukken
- El Hadioui, I. (2019). Switchen en klimmen. Over het switchgedrag van leerlingen en de klim op de schoolladder in een grootstedelijke omgeving. Van Gennep
- Looman et al. 2014; O’Toole & Darlington, 2021; Van Zundert, 2017
- Cohen, S. D. et al. 3 Principles to improve outcomes for children and families. (Center on the Developing Child at Harvard University, 2021)