Home / ‘En ze leefden nog even lang en gelukkig’: week tegen de gezondheidsverschillen
‘En ze leefden nog even lang en gelukkig’
Er was eens een welvarend land. De mensen die er wonen horen bij de rijkste en gezondste mensen ter wereld, ze leven lang en gelukkig. Dat land heet Nederland.
Toch is het leven in Nederland niet voor iedereen een sprookje…
Het leven in Nederland is niet voor iedereen een sprookje. Want waar je geboren bent en wat je leefomstandigheden zijn, hebben invloed op hoe lang je leeft. Mensen met een laag inkomen en opleidingsniveau overlijden gemiddeld 6 jaar eerder en krijgen 15 jaar eerder gezondheidsproblemen dan mensen met een hoog inkomen en opleidingsniveau.
Vind jij deze gezondheidsverschillen logisch? Wij niet.
Armoede, eenzaamheid, werkeloosheid, een verwaarloosde woning naast de snelweg: het zijn problemen die invloed hebben op je gezondheid. Problemen die we niet alleen oplossen in de zorg – gezondheidsverschillen moeten we samen aanpakken. Zodat iedereen in Nederland nog even lang en gelukkig kan leven.
Wil je weten hoe jij kan werken aan betere gezondheidskansen voor iedereen? We gaan graag met je in gesprek!
Ik leef een stuk langer en gelukkiger dan veel andere mensen. Mensen met een laag inkomen of een uitkering. Mensen met een verwaarloosd huis in een buurt waar zelfs de speeltuinen van beton zijn. Mensen die zich wanhopig of eenzaam voelen, chronisch stress hebben. En die als gevolg van hun problemen meer gezondheidsklachten hebben dan jij en ik bij elkaar. Hoe ongelooflijk ingewikkeld en taai deze opgave ook is, we hebben in Nederland de kennis en kunde om gezondheidsverschillen aan te pakken.
Het is ontzettend belangrijk dat we ons blijven inzetten tegen de grote gezondheidsverschillen in Nederland. Mensen met een praktische opleiding en een laag inkomen voelen zich veel langer ongezond dan mensen met een theoretische opleiding en een hoger inkomen. En zij sterven jaren eerder. Dit kabinet zegt: dat moet afgelopen zijn. Die trend willen we keren. Het Nationaal Preventieakkoord moet daar nu en in de komende jaren een belangrijke bijdrage aan leveren met het bewerkstelligen van de rookvrije generatie, minder problematisch alcoholgebruik en een omslag naar steeds minder overgewicht. En natuurlijk is er meer nodig, zoals werk, opleidingen en het tegengaan van schuldenproblematiek. Ook daar zet het kabinet zich volop voor in. Iedereen moet gezond mee kunnen doen!
Staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS)
Je wil toch zuinig zijn op elkaar, dat moet je met elkaar doen. Ik heb veel respect voor mensen met een hoge opleiding en ben trots op hen en mijzelf. Gelijkheid in gezondheid is belangrijk, ik wil ook net zo oud worden. Ook omdat ik mijn vierde kleinkind krijg. Daarom doen wij het werk bij Stichting ABC.
Ben & Sieneke, taalambassadeurs Stichting ABC
Gezondheidsverschillen worden vaak doorgegeven van generatie op generatie. Daarom moeten we er op tijd bij zijn. Dat kan alleen als we ook mensen met een lagere sociaaleconomische positie beter bereiken. Zo kunnen we iedereen de juiste preventie en zorg bieden. Daarvoor moeten we ons beseffen dat we ons nu vooral moeten richten op deze groep mensen.
Professor Gera Nagelhout, Bijzonder hoogleraar Gezondheid en Welzijn van mensen met een lage SES.
Onder de inwoners die ik tegenkom, zie ik ook mensen met financiële problemen of met fysieke, verstandelijke of emotionele beperkingen. Om iets aan hun gezondheid te doen, staat voor hen niet op nummer één, terwijl dat juist voor deze mensen zo belangrijk is. Als sociaal makelaar zet ik me in om deze mensen te verbinden, ondersteunen en stimuleren. Dat begint altijd met een kopje koffie. Ik laat zien dat het leuk is om samen gezond te koken, te bewegen of om elkaar te helpen bij het vinden van informatie. Ik hou contact met organisaties voor een warme overdracht. Het is belangrijk dat kennis uit de wijk wordt opgehaald via sociaal makelaars en andersom dat wij kennis van anderen gebruiken, zoals over begrijpelijke voorlichting.
Tamara Erkelens, sociaal makelaar DOCK Utrecht
Een gezond Nederland is een opgave voor ons allemaal. Daarom moeten wij samenwerken om iedereen de kans te geven om zijn of haar eigen bijdrage te kunnen leveren. Door samen te werken kunnen wij onze ervaringen uitwisselen. Dat is belangrijk omdat iedereen anders is. Samen kunnen wij een goede gezondheid voor iedereen bereikbaar maken.
Iyad Abdullah - Sleutelpersoon en Sociaal Werker bij de Gooise Meren
Als huisarts vind ik het onacceptabel dat juist voor mensen met lage gezondheidsvaardigheden zeer weinig innovatieve toepassingen worden ontwikkeld. Als hoogleraar eHealth zie ik dat we daarmee een uiterst belangrijke doelgroep missen: juist de groep waar we de meeste impact kunnen hebben. Daarom ondersteun ik deze campagne.
Niels Chavannes, huisarts en hoogleraar eHealth LUMC
Dementie komt bij de eerste generatie migranten waarschijnlijk vaker voor dan bij autochtone ouderen. Maar het vaststellen van dementie bij de eerste generatie migranten is lastig. Vaak worden deze ouderen niet gediagnosticeerd. Daardoor krijgen ze niet de juiste zorg. Als artsen, psychologen, welzijnsorganisaties en mantelzorgers de handen ineenslaan kan dit veranderen. Nu is het goede moment.
Jos van Campen, geriater OLVG, Amsterdam
Elk mensenleven telt net zo hard! Daarvoor maakt de huisarts zich hard.
Als jonge zorgverleners van Werkgroep Zorg 2025 vinden wij het essentieel dat àlle patiënten toegang hebben tot goede zorg. Wij moeten hen begrijpen, met hun eventuele beperkingen, zodat zij ons kunnen begrijpen. Wij pleiten voor méér aandacht voor de omgang met patiënten met lage gezondheidsvaardigheden in de zorgopleidingen.
Karine van 't Land, voorzitter Werkgroep Zorg 2025
Als Samenwerkende Gezondheidsfondsen werken we aan de gezondste jeugd ter wereld, als stevige basis voor een langer gezond leven voor iedereen in Nederland. Ieder mens verdient gelijke kansen op een gezond leven, dat de vrijheid geeft om het beste uit jezelf te halen. Daar worden we uiteindelijk allemaal beter, gelukkiger en gezonder van.
Mark Monsma - Directeur Samenwerkende Gezondheidsfondsen
De campagne van Pharos is heel belangrijk en heel logisch. Ook in Utrecht zetten we ons in voor kleinere gezondheidsverschillen en gelijke gezondheidskansen. Daarbij kijken we juist naar de oorzaken van gezondheidsverschillen zoals stress, armoede, of eenzaamheid, in plaats van alleen naar leefstijlthema’s. Want voorkomen is beter dan genezen.
Eelco Eerenberg, wethouder van o.a. Gezondheid en Jeugd - Utrecht
Door samen te werken met organisaties en door advies te geven over heldere communicatie dragen taalambassadeurs bij aan een toegankelijkere gezondheidszorg. Hierdoor krijgt iedereen de kans om de regie over zijn of haar eigen gezondheid te nemen. Zo dragen we bij aan een gezond leven voor iedereen.
Hank Gronheid, Regiocoördinator Stichting ABC
Het terugdringen van gezondheidsverschillen maakt dat uiteindelijk meer inwoners van hun leven kunnen genieten door naar wens en vermogen mee te doen en ertoe te doen. Niet alleen ‘gezondheidskansen’ zijn hierbij van belang, maar ook ‘gezondheidszekerheden’. Daar is solidariteit en samenwerking voor nodig. Door allen, voor allen en zónder onderscheid.
Prof. dr. Nico van Meeteren Executive Director, Health~Holland (Topsector Life Sciences and Health)
Ieder kind heeft recht op gelijke kansen, dat spreekt voor zich. De omgeving waarin je opgroeit is daarin enorm van belang. Daarom wil JOGG de leefomgeving van kinderen en jongeren gezonder maken. We richten ons op thuis, de school en kinderopvang, de buurt, de sport en vrije tijd, het werk en de online media. Deze omgevingen moeten verleiden tot consumptie van gezonde voeding, tot meer bewegen en voldoende ontspanning en slaap.
Marjon Bachra - directeur JOGG
Evenveel BFF, maar niet even lang
‘Zij geeft echt onvoorwaardelijke liefde man, ik kan dat eigenlijk niet aan’
Er waren eens twee BFF’s (Best Friends Forever), Annelies en Grada. Ze werken samen, vieren het leven samen en verwelkomen samen in hun Ubuntuhuis mensen die dakloos zijn. Voor Annelies is haar gezondheid goed en stabiel, voor Grada niet. Ze weet uit eigen ervaring hoe het is om dakloos te zijn en hoe stressvol dat is. Door chronische stress is ze nierpatiënt en gaat ze gemiddeld drie keer per week naar de nierdialyse. Gemiddeld leven mensen als Grada zes jaar korter dan mensen als Annelies. Zonder dat ze daar iets aan kunnen doen.
De Utrechtse Grada (70 jaar) heeft een roerig leven achter de rug. Als kind heeft ze zich nooit veilig gevoeld bij haar ouders. “Mijn ouders gaven mij altijd het idee mee dat ik er niet mocht zijn.” Ze trouwde en kreeg een zoon maar het huwelijk was niet goed en nadat het huwelijk strandde kwam Grada zonder man en zoon alleen te staan. Ze raakte dakloos toen een familielid haar niet langer liet inwonen. Een periode die veel impact op haar had. “Ergens vond ik het avontuurlijk om dakloos te zijn. Maar het leverde ook veel stress op. Ik moest ook mijn baan opgeven. Niemand houdt het vol om te werken en geen thuis te hebben.” Zeker niet als je in de nachtopvang slaapt, vertelt Grada: “Je slaapt daar tussen allerlei anderen. En de ene is een beetje gek, en de ander loopt te stelen. Dus je slaapt daar nooit goed.”
Annelies heeft wel een veilige, liefdevolle jeugd gehad en van haar ouders geleerd om zich verantwoordelijk te voelen voor een stukje van de wereld. Kort voordat ze ging studeren kwam ze via ATD Vierde Wereld in aanraking met mensen die langdurig in armoede leven. “Ik wilde nog meer werelden leren kennen die ik als student niet zou tegenkomen en toen ben ik als vrijwilliger aan de slag gegaan bij een dagopvang voor dak- en thuisloze mensen. En daar heb ik misschien wel meer geleerd dan op de universiteit.”
Annelies en Grada kennen elkaar via Straatadvocaat, een stichting die zich tot 2008 inzette voor de belangen van dak- en thuisloze mensen. Grada: “Ik bracht iemand naar Straatadvocaat, waar Annelies toen werkte en zo hebben we elkaar leren kennen. En nu zijn we collega’s bij het Ubuntuhuis en BFF’s.”
Samen met nog drie anderen zijn Annelies en Grada negen jaar geleden het Ubuntuhuis begonnen. Drie dagen per week heten ze dak- en thuislozen, met en zonder verblijfspapieren, welkom. Annelies: “Ubuntu betekent: ‘ik ben omdat wij zijn.’ Ik kwam op de naam vanwege de Ubuntugroet. Dan zeg je: ‘Ik zie jou’ en de ander zegt: ‘Hier ben ik.’ Het idee van zien en gezien worden, maar ook van beschikbaarheid en trots vind ik mooi’.”
Annelies: “Door het Ubuntuhuis zijn we steeds meer naar elkaar toe gegroeid, wat nog sterker is geworden toen Grada erg ziek werd. Grada wist eigenlijk helemaal niet wat BFF (Best Friend Forever) was. Maar ik werd laatst vijftig en had allemaal mensen uitgenodigd. Voor iedereen had ik een sticker gemaakt. Met daarop hun naam en waar ik ze van kende, bijvoorbeeld ‘Ubuntu’, of ‘familie’. En op Grada’s sticker had ik BFF geschreven.”
Ik ben eigenlijk nooit ziek en dat is altijd al zo geweest. Ook hoef ik nooit na te denken of ik mijn boodschappen wel kan betalen, en dat geeft heel veel rust.
Grada: “Ik sta daar nog steeds verbluft van. Annelies geeft echt onvoorwaardelijke liefde man, ik kan dat eigenlijk niet aan. Ik heb dat vroeger thuis namelijk nooit gekregen. Ook heb ik veel geleerd van Annelies. Logisch nadenken bijvoorbeeld.’ Annelies: ‘En ik heb van Grada geleerd om meer op mijn intuïtie af te gaan.”
Annelies en Grada zijn elkaars beste vriendinnen en delen samen de zorg voor de mensen in het Ubuntuhuis. Door hun verschillende achtergronden zijn er ook verschillen. Gemiddeld leven mensen als Grada 6 jaar minder lang dan mensen als Annelies. Ook krijgen ze gemiddeld 15 jaar eerder te maken met gezondheidsproblemen.
Voor Annelies is haar gezondheid bijna nooit een zorg: “Ik ben eigenlijk nooit ziek en dat is altijd al zo geweest. Ook hoef ik nooit na te denken of ik mijn boodschappen wel kan betalen, en dat geeft heel veel rust.”
Grada woont inmiddels alweer negen jaar in een woning. Toch is haar gezondheid nog niet vanzelfsprekend: “Van jongs af aan heb ik hele slechte tijden meegemaakt. Je niet veilig voelen thuis, de geldzorgen, ik had daardoor veel stress en zonder dat ik het wist was mijn bloeddruk heel hoog. Nu zijn mijn nieren kapot en moet ik drie keer per week dialyseren. Ik ben snel vermoeid en slaap slecht. Ook heb ik een lage weerstand en daardoor had ik laatst nog een longontsteking.”
Annelies: “Maar dan moeten we echt tegen haar zeggen dat ze weg moet blijven van het Ubuntuhuis.” Grada: “Want ik heb het Ubuntuhuis net zo hard nodig hoor. Hier kan ik m’n ei kwijt. Ik hou van mensen en ik zie graag een glimlach op hun gezicht. Ik wil graag dat mensen zich blijven ontwikkelen. Dus ik zal blijven helpen totdat ik erbij neerval.”
Bij Pharos vinden we het niet logisch dat deze gezondheidsverschillen onverminderd voortbestaan. Je leefomgeving, armoede, eenzaamheid, werkeloosheid en of je de taal spreekt: het heeft allemaal invloed op je gezondheid. Problemen die we niet alleen oplossen in de zorg – gezondheidsverschillen moeten we samen aanpakken. Zodat iedereen in Nederland even lang en gelukkig kan leven. Van 9 tot en met 13 maart is het daarom de week tegen gezondheidsverschillen: ‘En ze leefden nog even lang en gelukkig.’
Wil je weten hoe jij kan werken aan betere gezondheidskansen voor iedereen? We gaan graag met je in gesprek! Contact
“Onze gelijkenissen zijn belangrijker dan onze verschillen”
Er waren eens twee collega’s, Ron en Hamo. Ze werken samen, ze eten samen, ze praten samen. Ze hebben veel gemeen, maar niet alles. Voor Ron is zijn gezondheid vanzelfsprekend. Voor Hamo niet. Gemiddeld leven mensen als Hamo zes jaar korter dan mensen als Ron. Zonder dat ze daar zelf veel aan kunnen doen.
De Koerdische Hamo (37) is geboren en getogen in Syrië. Daar was hij door zijn afkomst en politieke voorkeur niet veilig. Hij kon zijn studie sociologie niet afmaken en moest stoppen met zijn werk bij een onderzoeksbureau. Vier jaar geleden vluchtte hij naar Nederland.
Nu woont hij in Haarlem – “dichtbij Amsterdam, maar minder druk” – samen met zijn vrouw en zijn in Nederland geboren 3-jarige zoontje. “Hij heet Mîr Lucas, zodat hij kan kiezen tussen een Koerdische naam en een Nederlandse naam.”
Ron (31) is geboren en getogen in IJmuiden. Hij woont net als Hamo in Haarlem. Hij heeft sportkunde gestudeerd en sport ook in zijn vrije tijd graag. Ron werkt bij de GGD Kennemerland. “Ik adviseer gemeenten in de regio Kennemerland over het beleid rond de gezondheid van statushouders.”
Zo hebben Ron en Hamo elkaar ontmoet. Hamo is getraind als zogeheten sleutelpersoon, iemand die vluchtelingen kan voorlichten over gezondheid en zorg in Nederland. Voor mensen die hier zijn geboren kan de Nederlandse zorg heel ingewikkeld zijn, voor een vluchteling die de taal niet spreekt en de gebruiken niet kent al helemaal. “Toen ik hier net was, nam ik een tandartsverzekering van 500 euro en kreeg ik toch een factuur van 1000 euro. Ik wist niet wat ik nodig had”, geeft Hamo als voorbeeld. Samen met Ron werkt hij voor het project Gezond in Nederland. In overleg met GGD’en geven zij samen Syrische statushouders voorlichting via Facebook, in Arabisch en Nederlands.
Dit werk is belangrijk voor Ron en Hamo, maar ook daarbuiten kunnen zij het goed met elkaar vinden. Als Ron bij Hamo een maaltijd met gerechten uit Aleppo gaat eten, praten ze over van alles: van het maken van sloten tot de herrie van de onderbuurvrouw.
”Ik hou van werken en ik hou van mensen helpen”, zegt Hamo. “Maar de eerste jaren in Nederland had ik weinig contact met mensen van mijn eigen leeftijd. Ik sprak vooral oudere mensen. Dat vond ik moeilijk, omdat mijn eigen ouders nog in Syrië zijn. Ik heb wel een aantal familieleden in Nederland maar die wonen niet in de buurt en daar kon ik eerst nooit heen, omdat we het geld niet hadden. Ron is iemand van mijn eigen leeftijd. Ik kan goed met hem praten. Dat maakt me blij. En hij wil net als ik graag iets doen voor anderen. Daarom werk ik graag met hem samen.”
Ron en Hamo delen veel met elkaar, maar er zijn ook verschillen. Ron vindt het vanzelfsprekend dat hij gezond is. “Omdat ik eigenlijk nooit anders heb meegemaakt.” Voor Hamo is dit anders. “Toen ik naar Turkije was gevlucht, rookte ik wel 60 sigaretten per dag door alle stress. Daar had ik ook in Nederland nog veel last van. Ik ben toen ook veel alcohol gaan drinken. Ik kende niemand en moest opnieuw beginnen. Ik maakte me zorgen. Over mijn ouders en broer die nog in Afrin in Syrië wonen, over mijn vrouw. Of ik in Nederland mocht blijven.”
Hij vertelt dat hij onlangs een fles olijfolie heeft ontvangen van zijn vader. Het was de eerste fles olijfolie uit de boomgaard van zijn ouders in Syrië sinds de oorlog uitbrak. Zijn ogen worden vochtig. “Ik ben door alle stress 25 kilo aangekomen. Ik probeer af te vallen, maar als ik stress heb is de koelkast mijn beste vriend.”
Het gaat nu beter, vertelt hij. “Nu kan ik mijn situatie beter accepteren en weet ik beter wat ik moet doen. Ik beweeg meer, Ron helpt me om meer te sporten. Ook let ik op koolhydraten en eet ik geen suiker meer. Ik ben gestopt met roken. Ik vind het belangrijk om gezond te zijn, niet alleen voor mezelf, maar ook voor mijn gezin.”
Ik ben door alle stress 25 kilo aangekomen. Ik probeer af te vallen, maar als ik stress heb is de koelkast mijn beste vriend.
Hamo’s omstandigheden en de stress die hij ervaart, hebben grote invloed op zijn gezondheid. Gemiddeld leven mensen zoals Hamo 6 jaar minder lang dan mensen zoals Ron. Bovendien krijgen ze maar liefst 15 jaar eerder te maken met gezondheidsproblemen. Iedere dag moet Hamo meer zijn best doen voor een goede toekomst dan Ron. Een toekomst waarin hij als socioloog werkt en zo zijn gezin kan onderhouden. “Mijn vrouw heeft haar master bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit nu bijna afgerond. Als ze klaar is wil ik weer gaan studeren.”
Ron voelt zich machteloos over deze verschillen. “Ik besef dat je er niks aan kunt doen waar je geboren wordt en wat je levensomstandigheden zijn, maar dat dit wel deels bepaalt hoe je toekomst er uitziet.” Hamo zegt: “Ook ik voel me machteloos, maar ik blijf vechten. Dat is de manier om door te gaan met mijn leven. En ik hoop andere mensen bewust te maken. Het is niet mijn schuld dat ik als Koerd in Syrië geboren ben. Maar ik ben nu hier. Ik vind het moeilijk en mooi in Nederland. Ik wil ook iets betekenen voor Nederland. Ik wil hier blijven en er iets van maken.”
Ron: “Het is belangrijk om naar mensen als Hamo te luisteren. Zo ontstaat begrip van beide kanten. Dat helpt. Zolang we nieuwsgierig zijn en van elkaar willen leren, bevordert dat het onderlinge contact. Ik zie Hamo in de eerste plaats als mens en niet als vluchteling of als statushouder. Onze gelijkenissen zijn belangrijker dan onze verschillen.”
Bij Pharos vinden we het niet logisch dat deze gezondheidsverschillen onverminderd voortbestaan. Je leefomgeving, armoede, eenzaamheid, werkeloosheid en of je de taal spreekt: het heeft allemaal invloed op je gezondheid. Problemen die we niet alleen oplossen in de zorg – gezondheidsverschillen moeten we samen aanpakken. Zodat iedereen in Nederland even lang en gelukkig kan leven. Van 9 tot en met 13 maart is het daarom de week tegen gezondheidsverschillen: ‘En ze leefden nog even lang en gelukkig.’
Wil je weten hoe jij kan werken aan betere gezondheidskansen voor iedereen? We gaan graag met je in gesprek! Contact
“Voor onze kinderen ziet de toekomst er anders uit”
Er waren eens twee vriendinnen, Anchela en Jeanette. Ze kennen elkaar van het schoolplein. Ze hebben allebei twee kinderen voor wie ze werken aan een goede toekomst. Ze zijn evenveel moeder, evenveel vriendin van elkaar. Ze zien elkaar als gelijken. Maar hun kansen om gezond oud te worden zijn niet gelijk. Mensen als Anchela leven gemiddeld 6 jaar korter dan mensen als Jeanette. “Vroeger dacht ik dat we allemaal dezelfde mogelijkheden hebben. Maar dat is niet zo.”
“Op mijn twintigste werd ik uitgehuwelijkt”, vertelt Anchela. Ze is geboren in Suriname, maar woont al bijna 30 jaar in Nederland. Een jaar later kreeg ze haar eerste zoon. “Mijn schoonmoeder woonde bij ons in huis en ons huwelijk was niet gelukkig. Maar voor de familie bleven we lange tijd bij elkaar. Toen mijn schoonmoeder overleed, zijn we gescheiden.”
Anchela kon niet rondkomen van haar parttime salaris en ze wist toen niet dat ze een aanvullende uitkering kon krijgen. Ze kreeg na moeilijke jaren een nieuwe relatie, maar toen ze zwanger was van haar tweede zoon, ging die relatie uit. Een gezamenlijke lening stond op haar naam. Anchela raakte alles kwijt. “Ik had niets meer. Ik was depressief en zwanger en leefde van huur- en zorgtoeslag. Ik leefde als een kluizenaar. Mijn zoon was mijn reddende engel. Alleen voor hem kwam ik mijn bed uit.”
Ook voor Jeannette zijn haar kinderen het belangrijkste. Ze studeerde HRM en werkte als HR-manager, maar zorgt nu fulltime voor haar zoon en dochter en zet zich daarnaast in voor passend onderwijs. “Daar heb ik bewust voor gekozen. Ik had de luxe dat ik niet hoef te werken.” Net als de jongste zoon van Anchela, heeft de jongste zoon van Jeanette meer aandacht nodig. Beiden gaan naar een school voor speciaal basis onderwijs. Daar zagen de moeders elkaar weleens op het schoolplein.
Door een klein gebaar leerden ze elkaar beter kennen. “Toen ik naar de supermarkt reed, zag ik Anchela lopen”, vertelt Jeanette. “Ik wist dat ze net geopereerd was. Ze liep moeilijk. Ik heb haar een lift gegeven en zo raakte we aan de praat. Ik was nieuw in Amstelveen en wilde graag gaan sporten. Anchela wilde dat ook graag gaan doen, dus toen zijn we samen begonnen.”
Ik leefde als een kluizenaar. Mijn zoon was mijn reddende engel. Alleen voor hem kwam ik mijn bed uit.
In diezelfde periode kwam Anchela er in haar buurthuis achter dat ze niet de enige was met problemen. Dat hielp haar om haar eigen problemen te relativeren en het motiveerde haar om vrijwilligerswerk te doen, onder meer bij een project voor kinderen en hun ouders opgezet door Jeanette. Zo werden de twee moeders twee vrijwilligers en twee goede vriendinnen, die samen sporten, winkelen, praten, lachen, van elkaar leren.
Jeanette en Anchela vertellen gloedvol over hun vriendschap. Anchela: “Jeanette staat boven alles. Zij is mijn idool. Zelfs mijn kinderen weten dat. Ze wil dat zelf niet aannemen, maar zo denk ik erover.” Jeanette lacht: “Anchela zegt dat vaak, en ze doet alsof ik haar zoveel help, maar zij doet het allemaal zelf. Ik leer heel veel van Anchela. Over hoe je in het leven kunt staan.” “Dat vind ik niet”, zegt Anchela. “’Dank je wel’ is niet genoeg voor wat Jeanette voor mij doet.” “Maar ik geef je ook op je kop”, werpt Jeanette tegen. Anchela: “Je hebt ook vriendschappen waarin je altijd gelijk krijgt. Zo is Jeanette niet. Dat voelt niet als op m’n kop krijgen, maar alsof iemand met mij meedenkt.”
Hoewel ze erop staan dat ze elkaars gelijken zijn: door de verschillende levens die Anchela en Jeanette hebben geleid, hebben ze niet dezelfde kansen om gezond oud te worden. Anchela is uit haar sociale isolement geklommen. Ze heeft het financieel niet makkelijk, maar ze zit niet meer aan de grond. Ze werkt, leert Spaans (haar grote droom) en zorgt nog altijd even liefdevol voor haar zoons. Maar ze moet door haar geschiedenis en leefomstandigheden harder haar best doen om gezond te blijven dan Jeanette.
“Ik heb geleerd dat niet alles vanzelfsprekend is. En dat niet iedereen gelijke kansen heeft”, zegt Jeanette. “Vroeger dacht ik dat we allemaal dezelfde mogelijkheden hebben. Maar dat is niet zo. Dat is aan de ene kant te verklaren door onze verschillende achtergronden, maar aan de andere kant niet uit te leggen. We hebben allebei evenveel recht op een goede gezondheid.” Anchela valt haar bij: “Ik kan niks aan mijn achtergrond doen, maar ik heb minder kansen. Dat is hoe het is. Het is voor mij normaal geworden.”
Toch zijn ze allebei hoopvol. “We benoemen nu de verschillen”, zegt Jeanette. “Maar we zijn gewoon twee moeders. We zien dat onze kinderen zich anders zullen ontwikkelen dan wij. Daardoor hebben zij een ander toekomstperspectief.”
Anchela beaamt dat. Ze kreeg misschien niet veel steun van haar moeder, maar zij geeft haar eigen kinderen net als Jeanette juist alle steun die ze nodig hebben. “Ik probeer het voor mijn kinderen anders te doen. Mijn zoons hebben dezelfde achtergrond als ik en zij gaan wel de goede kant op. Ik heb ze geleerd dat het niet erg is om problemen te hebben, maar dat je financieel onafhankelijk moet zijn en dat je niet veel nodig hebt om rond te komen. Mijn oudste heeft praktijkonderwijs gehad en is opgeklommen tot filiaalmanager. Daar ben ik supertrots op.”
Bij Pharos vinden we het niet logisch dat deze gezondheidsverschillen onverminderd voortbestaan. Je leefomgeving, armoede, eenzaamheid, werkeloosheid en of je de taal spreekt: het heeft allemaal invloed op je gezondheid. Problemen die we niet alleen oplossen in de zorg – gezondheidsverschillen moeten we samen aanpakken. Zodat iedereen in Nederland even lang en gelukkig kan leven. Van 9 tot en met 13 maart is het daarom de week tegen gezondheidsverschillen: ‘En ze leefden nog even lang en gelukkig.’
Wil je weten hoe jij kan werken aan betere gezondheidskansen voor iedereen? We gaan graag met je in gesprek! Contact