Samenwerken met ouders/verzorgers

Het is heel belangrijk dat je een goede samenwerking met ouders/verzorgers tot stand brengt, maar dit is niet altijd gemakkelijk. Lang niet alle ouders komen bijvoorbeeld naar ouderavonden, of überhaupt binnen de school. En in sommige gevallen (AMV’s) zijn de ouders (nog) niet aanwezig in Nederland. Soms lijken ouders of verzorers bijna niet bereikbaar. Hier kunnen zaken als miscommunicatie of onbekendheid met elkaars cultuur spelen of zijn je eigen verwachtingen en de verwachtingen van de ouders duidelijk uitgesproken.

Achtergrond ouders en verzorgers

Ouders van leerlingen proberen vaak te leven met een dubbele loyaliteit. Aan de ene kant willen ze vasthouden aan de eigen culturele gebruiken en denkbeelden en tegelijkertijd willen ze niets liever dan dat hun kinderen volwaardige burgers worden in het nieuwe land. De stress van het al dan niet gedwongen migreren vraagt veel van gezinnen. In een deel van de gezinnen hebben ouders psychische problemen. Er zijn gezinnen waar de kans op uitzetting reëel is, gezinnen zonder verblijfsvergunning en/of gezinnen waar sprake is van opvoedingsproblemen, verwaarlozing en mishandeling. Dat zijn factoren die enerzijds vragen om een intensief contact tussen school en ouders. Anderzijds kunnen juist leerlingen uit deze gezinnen extra gesloten zijn. Juist daarom is het belangrijk dat je je vanaf het begin bij iedere aanmelding inzet voor een goed contact met de ouders.

Voor veel ouders is het moeilijk om hun positie en taak als opvoeder opnieuw te bepalen. Ouders hebben vaak vragen over de verschillen tussen hoe zij zelf zijn opgevoed en hoe ze moeten opvoeden in Nederland. Ouders zijn soms huiverig voor het vrijere opvoedingsklimaat in Nederland. Zij zijn niet gewend om, anders dan Nederlandse ouders, actief opvoedingsvragen te stellen. Neem bij opvoedingsproblemen contact op met de JGZ, zij heeft ook een centrale rol inzake opvoedondersteuning aan vluchtelingengezinnen binnen asielzoekerscentra.

Ondersteuning vanuit school

Veel leerlingen zijn goed in staat die tegengestelde normen en waarden met elkaar te verbinden. Het maakt het wel gemakkelijker als je ze daarbij ondersteunt. Hoewel ouders hun kinderen willen helpen hun weg te vinden, lukt dat hen maar beperkt, onder andere omdat ze de nieuwe samenleving zelf nog nauwelijks kunnen doorgronden. Het moeten aanleren van de Nederlandse taal betekent dat jij en je leerlingen al intensief met elkaar in gesprek zijn. Dan is de drempel laag om ook persoonlijke onderwerpen te bespreken. Dat biedt je een uitgelezen kans om juist in gesprekken in de klas, thuis en op school elke keer met elkaar te verbinden en zo te ‘werken’ aan de psychologische kant van het inburgeren, het zich thuis gaan voelen in Nederland. Het is zaak dat je daarbij wel een open blik behoudt. Er is veel informatie over andere culturen. Zie die informatie vooral als ‘culturele informatie’, als hypotheses die je elke keer opnieuw toetst bij ouder en leerling. Als je en je collega’s zich daarnaast blijven inspannen om uitnodigend te zijn naar ouders, vergroot dit bij leerlingen de kans op succes op school en een evenwichtige persoonlijke ontwikkeling.

Ouders en verzorgers worden graag betrokken

Ouders van leerlingen zijn meestal niet bekend met het Nederlandse onderwijssysteem. Je verwacht van ouders dat zij betrokken zijn bij de leerontwikkeling van het kind. Die verwachting is vaak nieuw voor ouders van leerlingen, maar wordt na uitleg meestal gewaardeerd. Er kunnen ook praktische obstakels zijn. Zo kan het organiseren van een oppas ten behoeve van oudercontacten lastig zijn in verband met ontbreken van een sociaal netwerk. Realiseer je ook dat voor sommige moeders het – alleen- gebruik maken van het OV al moeilijk kan zijn.

Belemmeringen ouderpartnerschap

Oudercontact met leerlingen vraagt ook dat je je inleeft in hun situatie. Kennis hebben van de belemmeringen voor ouderbetrokkenheid is nodig om die weg te nemen. Misschien wel de belangrijkste belemmering is dat ouders bang zijn dat zij hun kinderen ‘kwijtraken’ in deze nieuwe wereld. De volgende belemmeringen kunnen eveneens een rol spelen:

  • Scholen hebben soms een regionale functie, waardoor de reisafstand tussen school en thuis groot is. Het reizen kost ouders dan extra geld. Zelfs een beperkte geografische afstand kan onzekere ouders, die nog niet gewend zijn om veel te reizen, ook in psychologische zin belemmeren.
  • Ouders van leerlingen zijn vaak niet of nauwelijks bekend met het Nederlandse onderwijssysteem en wat scholen van hen verwachten.
  • Ouders spreken meestal onvoldoende Nederlands. Daar voelen zij zich soms zo ongemakkelijk over dat ze de school mijden.
  • Sommige ouders maken lange of onregelmatige werkdagen.
  • Ouders weten niet altijd of zij en hun kinderen in Nederland zullen mogen en/of kunnen blijven.
  • Bij eenoudergezinnen kan het organiseren van contacten met de school extra lastig zijn omdat er geen oppas voor de andere kinderen is.

Als ouders niet in Nederland zijn

Op ISK’s is het aandeel van alleenstaande minderjarigen (AMV’s) vaak de helft van de leerlingen en op sommige locaties zijn AMV’s in de meerderheid. Voor deze leerlingen geldt dat er (nog) geen ouders fysiek aanwezig zijn in Nederland. Dan verloopt het contact voornamelijk via voogden van NIDOS en de woonbegeleiders of via opvangouders (zie voor meer informatie ons onderdeel over AMV’s). Een goed contact met woonbegeleiders en voogden is in het belang van alle AMV’s. Bied hen bijvoorbeeld de mogelijkheid om ook op school met hun jongeren te kunnen spreken. Dit bevordert de samenwerking en houdt de lijnen kort.

Maar ook dan zijn de ouders alsnog, zij het op afstand, betrokken bij het leven en de schoolcarrière van hun kinderen. Het kan zijn dat leerling en school contact hebben met ouders, maar dat is echter niet altijd de praktijk. Ouders kunnen overleden zijn, of het contact kan verbroken zijn. Er zijn scholen die het ook in deze gevallen goed lukt om contact te leggen met ouders en hen te betrekken bij het schoolproces. Deze goede voorbeelden zijn opgenomen in het artikel ‘Zorg voor AMV’s op de ISK’ op de LOWAN website.

Wat kun je doen als docent of ondersteuningsteam?

Ouders van nieuwkomers hebben behoefte aan taallessen en uitleg over onderwijs-en opvoedingskwesties. Daarnaast hebben zij ondersteuning nodig bij praktische zaken, zoals regelgeving en contacten met verschillende instanties. De ouderbetrokkenheid neemt toe als de ouderactiviteiten vlak bij huis georganiseerd worden, er rekening gehouden wordt met het taalniveau van de ouders, zij persoonlijk benaderd worden, een eigen inbreng hebben en de uitnodigingen tot participatie concreet genoeg zijn.

Aandachtspunten:

  • Denk eens na over ‘out of the box’ manieren van informatie verstrekken. Hoe kun je de drempel verlagen om ouders/verzorgers erbij te betrekken? Zijn er andere manieren om een ouderavond te organiseren?
  • Voor veel ouders en leerlingen is het Nederlands schoolsysteem nieuw. Ze hebben vaak moeite met vooruitkijken naar de toekomst van de leerling omdat ze geen overzicht hebben. De onrust die hieruit voortkomt kan je wegnemen door heldere informatie te geven. Informeer ouders/verzorgers daarom over het Nederlandse zorg- en onderwijssysteem of verwijs naar instanties die hen hierover kunnen informeren. Zie bijvoorbeeld de cursusmap en de filmpjes van Pharos die bij dit gesprek kunnen helpen.
  • Ga in gesprek met ouders/verzorgers over hun verwachtingen over school en de prestaties van hun kind. Deel ook jouw verwachtingen en probeer tot gezamenlijke verwachtingen te komen. Vaak weten ouders en leerlingen niet dat je ook via doorstroom van bijvoorbeeld mbo naar hbo het hoogste mogelijke diploma kunt behalen. Dit is voor hen belangrijke informatie, met name als een leerling vanwege een taalachterstand lager onderwijs volgt dan passend is bij zijn of haar capaciteiten. Je kunt de ouders en leerlingen uitleggen dat ze dit in principe later, als ze het Nederlands beter beheersen, kunnen inhalen.
  • Je kunt bij het gesprek met ouders/verzorgers over de ondersteuning in en om de school gebruik maken van deze praatkaart. Probeer achter overeenkomsten en verschillen te komen zodat duidelijk wordt wat er verwacht wordt door de school van ouders en andersom; niet alleen op het gebied van de prestaties van het kind, maar ook bijvoorbeeld voor de schoolse voorwaarden, de betrokkenheid van ouders etc.
  • Zijn er brugfunctionarissen of sleutelpersonen die een zelfde achtergrond hebben als de grootste groepen leerlingen? Zij kunnen bijvoorbeeld groepsgesprekken over opvoeden op school houden en zo een brug slaan tussen thuis en school.
  • Organiseren van een ‘koffieochtend of -middag’, waarbij ouders ook meedraaien in de klas. Leerlingen vinden het leuk om hun ouders uitleg te geven en ouders ervaren dan hoe in klassen gewerkt wordt.
  • Probeer de ouder(s) te koppelen aan een andere ouder die hen helpt bij alledaagse schoolzaken. Wees als professional bewust van interculturele verschillen en ga een open dialoog aan.
  • Plan extra oudergesprekken in en neem hier extra tijd voor in verband met taal- en cultuurverschillen.
  • ‘Mee helpen’ op school is voor veel nieuwkomers nieuw. Nodig ze daarom bewust persoonlijk uit; en vertel wat de bedoeling is. Actief zijn op school helpt ouders om een goed beeld van het onderwijssysteem in Nederland te krijgen.
  • Bespreek of een community aanpak bij jullie werkt om de samenwerking met ouders te verbeteren, je kunt hierbij denken aan:
    • Faciliteiten voor ouders inde school, zoals taallessen;
    • Voorlichting aan ouders op school (voeding, slapen, bewegen, media, seksualiteit, onderwijssysteem in NL, belang van spelen en vrije tijd, etc.);
    • Mogelijkheden voor sportactiviteiten voor ouders in en om het schoolgebouw.
    • Is er vervoer voor ouders die op een asielzoekerscentrum wonen? Kan de school dat eventueel regelen?
    • Mogelijk kunnen er cursussen Nederlands plaats vinden in de school, bijvoorbeeld op zaterdag
    • In cursussen kan ouders geleerd worden om rapporten, schoolbrieven en formulieren te begrijpen.

Bronnen

  • Welkom op School, Bram Tuk en Milleke de Neef, Pharos 2015
  • Wereldreizigers, Bram Tuk en Ilse Vlietstra, Pharos 2017
Naar boven