Traumasensitief werken op school

De kern van traumasensitief werken of lesgeven is dat je kijkt naar waar het gedrag van leerlingen vandaan komt. Doordat je inzicht krijgt wat een leerling meemaakt, kun je zijn of haar gedrag beter begrijpen. Traumasensitief werken is een proces waarbij alle medewerkers van een school tegemoetkomen aan wat getraumatiseerde kinderen en jongeren nodig hebben. Dit vraagt aparte competenties. Het is belangrijk voor jouw leerlingen omdat deze manier van werken ervoor zorgt dat je meer afgestemd bent op je leerlingen. En dit zorgt weer voor een beter leerklimaat. Je creëert meer ontspanning en veiligheid, waardoor het voor je leerlingen makkelijker wordt om te leren.

De verwerking van ingrijpende ervaringen

Kinderen kunnen in hun leven verschillende ingrijpende jeugdervaringen, ofwel ‘Adverse Childhood Experiences’ (ACE’s), meemaken. ACE’s komen overal voor: in iedere straat, buurt, school en werkomgeving. In Nederland heeft 44% van de volwassenen te maken gehad met één of meer ACE’s. Denk daarbij aan lichamelijke of psychische mishandeling, een ouder met verslavingsproblemen, opgroeien in structurele armoede of chronisch pesten. We noemen dit soort ingrijpende ervaringen traumatisch als er ernstige psychische en/of lichamelijke klachten zijn, die in een bepaald patroon lang voortduren. Dit heet een posttraumatische stressstoornis (ptss), die vaak samengaat met depressieve klachten, slaapproblemen en angst. Er zijn grote verschillen in de individuele verwerking van de traumatische gebeurtenissen. Basisveronderstellingen over zichzelf, anderen en de voorspelbaarheid van het leven worden door elkaar geschud. Slachtoffers worstelen met vragen als: hoe kon dit gebeuren en waarom moest dit juist mij overkomen?

Het zelfbeeld van je leerling is misschien veranderd door bijvoorbeeld een gevoel van ‘overlevingsschuld’ en verhoogde kwetsbaarheid. Soms hebben leerlingen noodgedwongen voortijdig een volwassen rol moeten aannemen. Het beeld van ‘volwassenen’ wijzigt omdat het vertrouwen in hen aangetast of verdwenen kan zijn. Door gevoelens van onveiligheid en onzekerheid zien leerlingen de toekomst soms somber in.

Toch herstelt het allergrootste deel van de leerlingen op langere termijn zonder professionele hulp. Zo tonen bijvoorbeeld ook oudere studies naar kindslachtoffers van de nazivervolging en naar oorlogsslachtoffers uit Chili en Cambodja tonen aan dat kinderen kunnen herstellen van of ten minste kunnen leven met symptomen van traumatische stress.

Gevolgen van ingrijpende ervaringen

Extreme gebeurtenissen als oorlogsgeweld, marteling, moord en verkrachting laten meestal blijvende sporen achter. Of dat ook op langere termijn leidt tot klachten valt nog niet te zeggen, omdat er nog geen onderzoek is gedaan naar volwassenen die als kind gevlucht zijn.

Hoe ingrijpend de klachten van je leerlingen ook zijn, ze zijn vaak tijdelijk en horen bij een normaal proces van verwerking. Bij leerlingen kan dit leiden tot nachtmerries, slecht slapen, somber zijn en weer in bed plassen. Als je ziet dat dagelijks functioneren van een van je leerlingen ernstig belemmert is, is het belangrijk om advies te vragen. Bijvoorbeeld aan de jeugdverpleegkundige of intern begeleider of ondersteuningscoördinator van de school. Ook als leerlingen al wat langer op school zijn kunnen ze af en toe terugdenken aan wat ze meemaakten en daar last van hebben.

Ook kan er sprake zijn van ’toxische stress’, oftewel langer aanhoudende (chronische) stress zoals bijvoorbeeld AMV’s die meemaken. Toxische stress kan schadelijker zijn dan (eenmalige) oorlogstrauma en heeft veel impact op de ontwikkeling in het brein. Het betreft de stress die kinderen ervaren wanneer hun stressysteem altijd actief is. De hersenen zijn hierdoor constant in een overlevingsmodus waardoor ze cognitieve, sociale en emotionele vaardigheden minder goed kunnen inzetten. Kinderen zijn vaak zelf nog niet in staat om dit verhoogde stressniveau te verminderen. Ze hebben betekenisvolle volwassenen nodig om hen te helpen bij hun zelfregulatie (we noemen dit ‘co-regulatie‘). Het gedrag dat je bij toxische stress in de klas ziet wordt vaak toegeschreven aan ADHD, onwil of dwars liggen etc. Vergeet echter niet dat de leerling er (bijna) nooit voor kiest om jou bewust dwars te zitten. Het boek Traumasporen van Bessel van der Kolk geeft veel inzage in wat toxische stress is en hoe je kinderen die dit ervaren kunt helpen.

Wat je als leraar of mentor moet weten

Het is belangrijk dat je kennis hebt van de belangrijkste begrippen van traumasensitief lesgeven, namelijk: toxische stress, kijken door een traumabril, trauma en veerkracht, het raampje/window of tolerance, triggers, de onzichtbare koffer. Hiervoor bevelen we van harte het boek van Leony Coppens aan: ‘Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen’. Er is ook een hand-out beschikbaar, waarop de belangrijkste begrippen staan uitgelegd. De filmpjes en instructies van Expeditie Veerkracht op de AUGEO website zijn ook inzichtelijk en goed toepasbaar in de praktijk.

Wat kun je doen als docent?

Welke vaardigheden heb je nodig om traumasensitief te werken?

Je kan leren hoe je leerlingen kan ondersteunen bij het aanboren en versterken van hun veerkracht. Veel van je basisvaardigheden als leraar helpen je hierbij. Het is bij deze leerlingen extra belangrijk om de rol van co-regulator te nemen waarbij het erom gaat dat je de leerling ondersteunt bij overgangssituaties, het geven van woorden aan hun emoties en gedachten (‘ondertitelen’), en het benadrukken van positieve ervaringen, zoals succeservaringen.

Zet je pedagogische vaardigheden in en creëer een veilige voorspelbare groep

Een veilige leeromgeving creëren is van groot belang voor het welbevinden van je leerlingen. Hierin is ‘voorspelbaarheid’ een kernwoord. Hoe ziet de dag eruit, wat kunnen de leerlingen verwachten, welke tijden hanteer je voor verschillende lesonderdelen, wat gaan we doen in de pauze en wie is wanneer aanwezig, bij wie kan er hulp gevraagd worden? Het is handig als je lesonderdelen en activiteiten voorbespreekt (wat gaan we doen en wat verwachten we van je?) én nabespreekt (hoe is het gegaan?). Als je voorspelbaar bent in je reacties en gedrag draag je bij aan veiligheid.

Zorg voor een veilige omgeving voor álle leerlingen

Aandachtspunten uit het boek ‘Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen’ van Leony Coppens e.a. (2021) geven je handvaten voor het creëren van een veilige omgeving:

  • Een leerling kan nieuwe leerstof opnemen als hij zowel fysiek als psychisch veilig is;
  • Een leerling kan zich pas psychisch veilig voelen als hij zich in de relatie met de leerkracht veilig voelt;
  • Leerlingen met ingrijpende jeugdervaringen hebben meestal niet de sociale vaardigheden die andere leerlingen van hun leeftijd wel beheersen. Ga ervan uit dat een leerling bijna alles nog moet leren op het gebied van relaties.
  • Afstemmen in contact is voor leerlingen die thuis veel onveiligheid meemaken heel lastig. Je kunt leerlingen leren afstemmen en hun gevoel van veiligheid helpen vergroten door zelf goed af te stemmen op de gevoelens en gedachten onder/ achter het gedrag.
  • Als de stress bij een leerling oploopt, kun je de leerling helpen om rustig te worden door zelf kalm te blijven. Je non-verbale communicatie is hierin belangrijk.
  • Ga op zoek naar interesses en/of talenten van een leeling. Door hierbij aan te sluiten, deze te benoemen, verbeter je de relatie en draag je bij aan het vergroten van veerkracht (waaronder zelfbeeld/zelfvertrouwen).

Wat kun je doen als docent of ondersteuningsteam?

Deze boodschappen kun je uitdragen in contact met leerlingen die ingrijpende gebeurtenissen meemaken of hebben meegemaakt (Horeweg, 2018):

  • Het is nooit jouw schuld als je thuis nare dingen, veel ruzies of andere akelige dingen meemaakt
  • Je bent niet gek en je bent geen vervelende leerling
  • Het ligt niet aan jou en je verdient het niet als je thuis nare dingen meemaakt
  • Je bent (helaas) niet de enige die ze meemaakt
  • Er zijn volwassen mensen die je willen helpen (je juf of meester, iemand anders die je vertrouwt, de mensen van jongerenhulponline.nl)
  • Je bent sterk (ook al voelt dat niet altijd zo)
  • Je mag er zijn. Dat betekent dat je goed bent zoals je bent

Tot slot lees je hier zes principes die je dagelijks kunt gebruiken bij traumasensitief lesgeven (Horeweg, 2018):

  1. Werk vanuit positieve aandacht. Als correctie van gedrag nodig is: connect before correct (maak eerst positief contact en/of help de leerling kalm te worden; daarna pas corrigeren)
  2. Geef positieve waardering
  3. Behoud hoge verwachtingen van de leerling
  4. Check je aannames, observeer goed en stel vragen
  5. Word ‘relatiecoach’: help de leerling bij het aangaan van positieve relaties met andere leerlingen
  6. Wees zelf rolmodel en laat je klas meehelpen

Meer informatie:

Bronnen

  • Website AUGEO
  • Website Leony Coppens
  • De traumasensitieve school, Anton Horeweg, Lanno Campus 2018
  • Aandacht voor welbevinden van nieuwkomersleerlingen: informatie voor leraren, Hanneke Visser en Anna de Haan, Pharos 2023
Naar boven