
Jongeren zonder ouders of volwassen familieleden (amv’s)
Jongeren die zonder ouders of andere volwassen familieleden naar Nederland komen zijn een bijzondere en een extra kwetsbare groep. Een groep waar je in het onderwijs op een andere manier rekening mee moet houden. Zij heten amv’s (alleenstaande minderjarige vreemdelingen). Daar zijn maar weinig heel jonge kinderen bij. Vaak gaat het om 16- of 17-jarigen. Sommigen van hen zijn tienermoeders.
Leefsituatie
Jongeren die zonder ouders of andere volwassen familieleden naar Nederland komen krijgen een voogd vanuit Nidos, de voogdij-instelling die de wettelijke voogdij heeft over amv’s en in het gezag van hen voorziet. Jongeren krijgen van deze voogd begeleiding tijdens de asielprocedure. De voogd ziet toe op de opvoeding en verzorging tot de leeftijd van 18 jaar. De jongere krijgt juridische begeleiding van een advocaat. Wanneer een ouder in Nederland arriveert krijgt deze weer het gezag.
De praktische en pedagogische dagelijkse zorg wordt in opdracht van Nidos door derden uitgevoerd. In de praktijk is dat vaak een organisatie die ook jeugdhulp biedt (zij worden de ‘contractpartners’ van Nidos genoemd). Een deel van de amv’s verblijft in kleine woonvoorzieningen van de COA, met name zij die (nog) geen verblijfsvergunning hebben. Kinderen tot en met 14 jaar worden geplaatst in opvanggezinnen.
Dit steunende netwerk neemt af op het moment dat deze organisaties vanwege de meerderjarigheid van de amv zich terugtrekken. Net achttien geworden blijken amv’s in vergelijking met (thuisloze) Nederlandse jongeren over minder steun te beschikken. Het ontbreken van een toekomstperspectief in Nederland levert deze jongeren veel stress op. Daardoor kunnen ernstige psychische klachten, die verdwenen leken, alsnog terugkomen. Gelukkig zijn er steeds meer contractpartners die ook na het 18e jaar begeleiding blijven aanbieden aan deze jongeren als dat nodig is, zie bijvoorbeeld hoe de organisatie YOIN dat doet.
Wat zie je op school bij amv’s
Er zijn bijvoorbeeld veel signalen van scholen dat AMV‘s, vaker dan de nieuwkomers mét ouders, absent zijn op school. De beperkte ondersteuning door ouders en de zorgen die AMV’s hebben over hun familie en de aanvraag voor gezinshereniging kunnen een rol spelen. Hun start verloopt daardoor een stuk moeizamer en dat zie je terug in jouw lessen.
Soms krijg je vluchtelingenkinderen in de groep van wie pas later bekend wordt dat ze amv’s zijn. Die kinderen kunnen anders behandeld worden en/of zich anders voelen dan andere kinderen in opvanggezin. Daarom is het belangrijk dat jouw school bij de intake naar de gezinsgeschiedenis vraagt.
Invloed familie
Anders dan vaak wordt verondersteld, is in veel gevallen minstens één van beide ouders van de amv’s nog in leven. Als amv’s contact hebben met hun familie, ervaren zij daarvan meestal een hoge mate van steun, ondanks de fysieke afwezigheid. Ook de tijdelijke reisgenoten die zij onderweg tegenkwamen, of de dorps- of streekgenoten met wie ze samen vluchten zijn vaak belangrijk voor hen. Dit is bij veel Eritrese amv’s het geval. Die verbondenheid met het thuisfront kan ook nadelen hebben. Hooggestemde verwachtingen van familie motiveren jongeren, maar kunnen ook als last ervaren worden, bijvoorbeeld als het hier tegenzit. Een voorbeeld is de verwachting dat de amv’s op korte termijn succesvol en welvarend worden, de familie financieel ondersteunen en gezinshereniging bewerkstelligen. De familie heeft vaak grote schulden gemaakt om de vlucht te kunnen bekostigen en moet dit dikwijls onder druk terugbetalen. Impliciete en expliciete opdrachten van familie kunnen veel invloed hebben. Hier niet aan voldoen, kan leiden tot verdriet, schuld, schaamte, boosheid of psychische problemen.
Verzuim en analfabetisme
Er zijn veel signalen van scholen dat alleenstaande minderjarige vreemdelingen absent zijn op school, vaker dan de nieuwkomers mét ouders. De afwezigheid van ondersteuning en motivering door ouders speelt hierbij vermoedelijk een rol. Ook de zorgen die amv’s hebben over de familie en hun aanvraag tot gezinshereniging kunnen een rol spelen. Hun startpositie in het onderwijs is, evenals die van andere jonge vluchtelingen in de middelbare schoolleeftijd, niet gunstig. Soms zijn zij analfabeet. Veel vaker zijn ze ‘anders gealfabetiseerd’. Dat wil zeggen in het niet-Latijnse alfabet, bijvoorbeeld Arabisch of Tygrinya (Eritrea). Het kost in deze gevallen extra inspanning om de Nederlandse taal te leren. Voor jouw school is het een uitdaging om een passend aanbod te bieden. Eritrese vluchtelingen, waaronder veel amv’s, hebben bij aankomst in totaal gemiddeld maar vier jaar onderwijs gevolgd.
TIP: Maak onderscheid tussen enerzijds de prestaties en inzet en anderzijds hoe het niveau van het kind (nog) afwijkt van dat van kinderen die hier geboren zijn.
Meer informatie
- Shadowgame (documentaire alleenreizende vluchtelingen)
- Factsheet AMV’s (Pharos)
- Samah voor de belangen van AMV’s (website)
- AMV magazine Je kunt het niet alleen (Pharos)
- Gezinshereniging van Eritrese AMV (KIS)
- Vluchtelinggezinnen succesvol met AMV herenigd (KIS)
- De school als redding en De enige Nederlanders die ik spreek worden ervoor betaald (blogs LOWAN VO website)
Materialen en interventies
- Praat met me (lesmateriaal SAMAH)
- Mijn Tweede Familie (maatjesproject AMV’s)
- Jonge vluchtelingen veerkrachtig (interventie GGNet)
Bronnen
- Website NIDOS
- Rapport Van ver gekomen; een verkenning naar het welzijn en de gezondheid van Eritrese vluchtelingen, Pharos 2015
- Rapport Syrische nieuwkomers in de gemeente, Pharos 2015
- Holland is niet mijn land, maar het kan niet beter; Jongvolwassen vluchtelingen in Nederland, M Smit & M Thomeer-Bouwens, Kind en Adolescent 2000
- Factsheet AMV’s (website Pharos)