
De leerling op verhaal laten komen
Je kan een leerling helpen om hier op verhaal te komen. Maar hoe doe je dat in de waan van de dag, met een grote diversiteit aan leerlingen, met wisselingen op de groep en bij gebrek aan taal waarmee je met elkaar op gebeurtenissen, emoties en gedrag kan reflecteren? Waarom is het belangrijk?
Leerlingen met een vlucht- of migratieachtergrond die nieuw zijn in Nederland moeten wennen aan een nieuw land en op verhaal komen. Goede en slechte herinneringen krijgen een nieuwe betekenis als je in een nieuw land woont. Een persoon die ze vertrouwen en die hen kent en hen ziet is erg belangrijk bij het helpen op verhaal te komen.
Je thuis voelen op school
Leerlingen die zich thuis voelen op school, hebben minder kans op posttraumatische stress, depressie en angsten. Schoolgaan kan dus psychosociale problemen voorkomen of helpen verminderen. Als leerkracht kan jij kinderen het gevoel geven dat ze thuis zijn. Vooral met kinderen in gesprek gaan en hen op verhaal laten komen helpt. Dat kan pas goed als kinderen zich beter in het Nederlands kunnen uitdrukken. Maar ook door gewoon onderwijs te geven, én door in de klas verleden en heden te verbinden, haal je de oorlog uit de kinderen. Scholen spelen daarmee een essentiële rol in het versterken van de veerkracht van de leerlingen.
Veiligheid, structuur en voorspelbaarheid bieden
Het is belangrijk dat je de achtergronden en mogelijke bronnen van stress van de vluchtelingenkinderen in je klas kent. Zo kan je problemen signaleren en de kinderen op hun gemak stellen. Je kunt ook kinderen die nog geen Nederlands spreken veiligheid, structuur en voorspelbaarheid bieden, samen met de andere kinderen in de groep. Incidenteel zullen individuele kinderen extra zorg nodig hebben.
Veel met elkaar in gesprek
Lesgeven aan leerlingen die nieuw zijn in Nederland betekent dat jij en je leerling veel met elkaar in gesprek zijn. Daardoor delen leerlingen, als zij het Nederlands beter gaan beheersen, vaak persoonlijke verhalen. Dat zijn soms verhalen die ze thuis niet vanzelfsprekend kwijt willen en/of kunnen. Ingaan op die persoonlijke ervaringen en vragen past bij de pedagogische taak van de school. Omdat migratie een ingrijpende ervaring is, is het belangrijk dat je deze leerlingen uitnodigt om het heden te verbinden met het verleden en hun klasgenoten als lotgenoten gaan zien. Het helpt je leerlingen op verhaal te komen en ze worden er mentaal sterker van.
Wat kan je nog meer doen?
- Herinneringen van thuis verbinden met nu.
Leerlingen hebben bijvoorbeeld herinneringen aan de huizen waarin ze gewoond hebben of de spelletjes die ze vroeger speelden. Herinneringen aan veiligheid en geborgenheid. Maar soms ook aan heel nare gebeurtenissen. Die herinneringen spelenderwijs verbinden met het leven nu vergemakkelijkt het verwerken van de ingrijpende ervaring van migreren naar een ander land en andere nare gebeurtenissen. - Help je leerling te denken aan goede herinneringen
Geef als tip aan de leerlingen dat als ze vervelende herinneringen hebben, deze kunnen verdwijnen door ook te denken aan goede herinneringen, aan dingen waar ze trots op zijn. Ze kunnen zo typische dingen uit hun herkomstland met elkaar delen en samen trots zijn.
- Vraag wat ze leuk vinden aan hun huidige situatie
Door de leerlingen ook te vragen wat ze leuk vinden aan het huis waarin ze nu wonen of de spelletjes die ze hier in Nederland doen, kan je hen helpen om positieve gedachten te krijgen. - Zet creatieve methodes in
Creatieve methodes, muziek, zingen, toneel, filmpjes maken en sport, kan je gebruiken als ‘wapens tegen angst, somberheid en agressie’. Het biedt de leerlingen die nieuw zijn in Nederland tegenwicht voor de verstoorde balans waarmee velen van hen te maken hebben. Zo kun je bij het hierboven genoemde onderwerp ‘huizen’ aan de slag met het tekenen van een huis of je kunt samen een typisch spel uit een land van herkomst of juist een Nederlands spel gaan doen. - Heb oog voor het welbevinden
Aandacht geven aan het welbevinden is belangrijk en hoeft geen extra tijd te kosten. Het gaat om de bril die je opzet waarbij je oog hebt voor emoties achter het gedrag en de veranderingen bij de leerling die je vertellen of de leerling op verhaal komt.